De dichters
Wij,
blinde gluurders onder de petticoat
van het hemelruim,
dove filosofen die toegewijd krabben
op een viool,
levende deskundigen van onze dood –
we zijn gek van verlangen
naar jullie,
maar hebben niets anders dan onderrokschuim,
kattendarmkunst, zinloos gewag
van de grote mysteries
te bieden;
het ontbreekt ons verlangen aan een muziek
die alles vermag.
Vertelling, vertelling, zeuren jullie.
Dus wordt er liefgehad en doodgegaan.
Weet iemand een onmogelijke boog
te spannen, wreekt een ander
onder het mom van gekte
zijn verwekker; later in zijn leven
komt de derde voor een stervend paard te staan.
We hebben het uitgezongen tot nu,
want ondanks alles heeft de anekdote
het sublieme nodig, en het sublieme
de anekdote. Vergeef ons
ons ontroerend geknoei met dt’s en details.
In de hoop dat de wind zich vermengt met ons werk
schrijven wij onze verliefde gedichten
aan jullie.
Amsterdam: Atlas, 2006
录制: Flemish Literature Fund, Antwerp, 2007.
Los poetas
Nosotros,
mirones ciegos bajo el petticoat
del firmamento,
sordos filósofos rascando el violín
con devoción,
expertos vivos de nuestra muerte–
estamos locos de deseo
por ustedes,
pero no tenemos otra cosa que ofrecer
que espuma de lencería, arte
de tripas de gato, mención absurda
de los grandes misterios;
a nuestro anhelo le falta una música
que lo pueda todo.
¡Cuentos, cuentos! machacan ustedes.
Por ende, de amor se muere.
Alguien sabe tender un arco
imposible, otro venga
a su progenitor bajo pretexto
de locura; más tarde en la vida
el tercero enfrenta a un caballo agonizante.
Lo hemos aguantado hasta ahora,
porque a pesar de todo la anécdota
necesita de lo sublime, y lo sublime
de la anécdota. Perdónenos
nuestra v conmovedora donde hiciera falta una b, y otros detalles.
Con la esperanza de que el viento se mezcle en nuestra obra,
escribimos nuestros poemas amorosos
para ustedes.
From: Stefaan Van den Bremt, Marco Antonio Campos
Más allá de mis manos, Colibri, 2006.