Asha Karami
de stad waar ik geboren ben is groot
de stad waar ik geboren ben is groot
welkom bij het begin van mijn leven
gisternacht nog eens nagedacht
iets moois weinig zuivers
ik zie mezelf de oorlog niet winnen
een vriend op wie ik wachtte kwam niet
ik heb het nooit moeilijk gevonden
met hem over zijn vader te praten
hij kon altijd goed brieven schrijven
hij werd ontslagen nadat hij vier keer
dronken op zijn werk verscheen
ik ben zijn naam vergeten
er lopen mensen op straat
de hond die vorige week een kind
doodbeet loopt op straat
er zit geen melk in de koffie
voor de deur staan vijf mensen
er is niemand in dit huis
de man over wie ik gedroomd heb was beeldschoon
de man aan wie ik het vroeg wist het niet
de man die het wist stond te praten
de man met wie ik stond te praten was mijn vader
ik woon al lang in nederland
ik woon er al lang
ik woon al lang hier
ik woon al lang daar
loop niet alleen na het vallen van de avond
ga niet in op het aanbod van een vriendelijke vreemde
het beste is iedereen te negeren die in nood lijkt
ga ervan uit dat iemand die probeert je te engageren
niets goeds heeft gedaan
ik probeer op tijd te komen
schrijf die brief maar vriend