Hélène Gelèns

nizozemščina

Gregor Seferens

nemščina

daar is de man

hij noemt zijn vier namen
zijn stem tekent het land van de bloemen
de moeder de vader de heuvels van daken
de raven die cirkelend hoger en hoger zweven
zijn stem tekent de straat van de slangen
één slang opent één slang sluit de straat
een slang voor elk huis en een huis voor elke slang
(de straat is gesloten)

steel de straat steel de man
open de straat plaats zijn voetstap op wit
hij banjert door plassen verrimpelt er maan
en gitzwarte takken de slangen zien toe
de straat ligt bezaaid met scherven hij trapt
één scherf recht op de bek van een slang
zijn knerpstap verheldert klinkt luider en luider hij groeit
(sluit de straat en je verliest de man)

daar is de man
hij noemt jouw vier namen
zijn stem tekent zijn kamers: één van schapenvacht
vol teder gebabbel van haar en het kind
één zonder luiken van vuisten en rook
één lege doorwaaide van uitzicht op raven
die beurt om beurt van een gletsjertong roetsjen
(de kamers zijn gesloten)

steel de man open jouw straat plaats je voetstap op wit
je balanceert op de stoeprand je roept:
alle straten hier voeren naar zee! hij prevelt:
hier beloopt men van straten de zonzijde
je wijst omhoog de zon kleurt er de meeuwen oranje
je roept: en de zee voert naar de hemel!
open je huis toon hem je kamers
(steel zijn kamers en je verliest het spel)

hier is de man
noem zijn vier namen
steel je stem teken en speel

© Hélène Gelèns
Iz: niet beginnen bij het hoofd
Amsterdam: Uitgeverij 521, 2006
Avdio produkcija: 2008 Literaturwerkstatt Berlin

da ist der mann

er nennt seine vier namen
seine stimme zeichnet das land der blumen
die mutter den vater die hügel der dächer
die raben die kreisend höher und höher schweben
seine stimme zeichnet die straße der schlangen
eine schlange öffnet eine schlange schließt die straße
eine schlange vor jedem haus und ein haus vor jeder schlange
(die straße ist geschlossen)

stiehl die straße stiehl den mann
öffne die straße stell seinen schritt auf weiß
er tigert durch pfützen zerkräuselt dort mond
und pechschwarze zweige die schlangen schaun zu
die straße ist mit scherben besät er tritt
eine scherbe genau gegen das maul einer schlange
sein knirschschritt wird heller klingt lauter und lauter er wächst
(schließ die straße und du verlierst den mann)

da ist der mann
er nennt deine vier namen
seine stimme zeichnet seine zimmer: eins von schaffell
voll zärtlichem brabbeln von ihr und dem kind
eins ohne läden von fäusten und rauch
ein leeres durchwehtes von ausblick auf raben
die abwechselnd von einer gletscherzunge rutschen
(die zimmer sind geschlossen)

stiehl den mann öffne deine straße stell deinen schritt auf weiß
du balancierst auf dem gehsteigrand du rufst:
alle straßen gehen hier zum meer! er murmelt:
hier begeht man straßen auf der sonnenseite
du zeigst hinauf die sonne färbt die möwen dort orange
du rufst: und das meer führt rauf zum himmel!
öffne dein haus zeig ihm die zimmer
(stiehl seine zimmer und du verlierst das spiel)

hier ist der mann
nenn seine vier namen
stiehl deine stimme zeichne und spiel

Aus dem Niederländischen von Gregor Seferens