Arjen Duinker

nizozemščina

Jeltje Fanoy

angleščina

Zintuigen en verlangens [Ik vraag me af]

Ik vraag me af
Hoe lang ik moet kijken om een insect te zien,

Of mijn ogen ooit in staat zijn die boot te vergeten.
Aan zee ervaar je rijkdom en armoede, zeker,

Als voorwerpen. Ik verlang hevig naar voorwerpen,
Ik verlang ernaar me voorwerpen eigen te maken,

Te bezitten en los te laten! Hoor de bevelen
Op de boot, het geratel van kettingen, het vallen

In de diepte! Er wordt gezongen uit verveling,
Zo’n lied over glorieuze lading die bederft,

Ach ach ach, dat luiken niet schoon zullen zijn
En vlaggen niet zichtbaar voor onderzoekers

Die zich met hun zwemvliezen en luchtreservoirs
Naar onbewoonde eilanden spoeden, precies.

Ik wil dat de zee blijft bestaan. Geen nood,
Geen nood. Houden van de zee, van het water,

Van de zee en het water, van de zee, van het water,
Zo wil ik houden van de zee, zo, zonder zintuigen,

Wil ik gezongen worden, wil ik houden van de zee,
Eerst wil ik van de zee houden. Hahahaaaahhh,

Hahhhaaaahhhaah, horen en zien vergaan me!
Verlangens zijn de mannen en muizen!

Ik wil de verovering zien, de naderende macht,
De naderende nacht, de nacht met al haar tentakels,

Ik wil vissen zien schitteren in het donker,
Zwart als de tastende uiteinden van de wil,

Ik wil dat de zee eeuwig is, eeuwig begin,
Ik wil dat de boot dichterbij komt, stil,

Zwijgend. Afwezig als lucht en lichten.
Aan zee moet je zeker eerbiedig knikken?

De hele godallemachtige wereld respecteren?
Geen denken aan! Ik wil aan zee staan!

De boot van onvermijdelijk afscheid wordt kleiner,
Wordt kleiner, in antwoord op een signaal,

Wat een onmetelijkheid, wat een eentonigheid,
Ik wil een andere naam voor wat ik ervaar,

Een naam als een boot, vele mijlen uit de kust,
Een naam die in drie werkelijkheden is.

Ik wil het begin van begrijpen niet eens,
Ik verlang naar dat ene vriendinnetje,

Meisje dat me nogal lawaaierig bemint,
Ze heeft een zwak voor schelpen en sterren,

Kom bij me, liefste. Ik begrijp niet goed
Wat die boot van plan is, misschien gekrakeel

Om verstekelingen, om het uitvoeren van taken
Of om een vrouw. Inderdaad, heen en weer,

De boot vaart heen en weer, op zoek naar iets,
Alsof de wind in de oren van de mannen fluistert,

Alsof... Nee maar, ik begin te begrijpen wat ik zie,
Ik zie het gebrek aan feestelijke vogels

En de invasie van de kleuren blauw en grijs.
Ja, voorwerpen aan zee hebben mooie namen,

Ze roepen op tot voortdurende vernieuwing
Van namen, tot restauratie van verlangens, aha...

Die boot doet denken aan een hongerig dier
Terwijl ik niet in het bovennatuurlijke geloof,

Doet denken aan een deel van jouw lichaam
Terwijl ik niet in het natuurlijke geloof.

De meeste vogels vieren hun feesten
Buiten bereik van onze mateloze zintuigen,

Aan de achterkant van golven, onder water,
Naast schimmige stukken lucht, in onze jas.

Ik wil dat de boot zijn ankers verliest,
Ik wil onduidelijkheid door onze taal zien trekken

En ik wil weten waarom die ene vogel eenzaam is.
Mooi liedje, maak een eind aan het willekeurig dromen,

Vertel ons dat die vogel niet eenzaam is!
Ik zie de zee, een vogel, een boot, de lucht

Die aanstalten maakt om voorspellingen te doen,
Een slaapvis, een vouwvis, een dreigvis, een schuimvis

En zingende vissen en hossende vissen!
De boot komt deze kant op, de boot komt dichterbij,

De boot komt zwalkend op onze wereld af,
Ik wil dat het donker voor boeien zorgt,

Straks verstoort de boot de rust der geesten!
Hevige pijnen in mijn schouders, in mijn armen,

Ik wil die man die me op trappen bemint.

© Arjen Duinker
Iz: Misschien vier vergelijkingen
Amsterdam: Meulenhoff, 2002
Avdio produkcija: 2006, M.Mechner / Literaturwerkstatt Berlin

Senses and Desires [I wonder]

I wonder
How long I must look before seeing an insect,

Whether my eyes can ever forget that boat.
One experiences riches and poverty by the sea, certainly,
 
As objects. I yearn after objects,
I yearn to make objects my own,

To own and let go! Hear the orders
Given on the boat, the rattle of chains, the drop

In the deep! Songs are sung out of boredom,
Like the song about glorious freight decaying,

Oh dear oh dear, that the hatches should not be clean
And flags not visible to explorers

Rushing to desert islands, that’s right,
With their flippers and their oxygen tanks.

I want the sea to keep on existing. No needs,
No wants. The love for the sea, for the water,

For the sea and the water, for the sea, for the water,
This is how I want to love the sea, like this, no senses,

To be sung, to love the sea like that,
First I want to love the sea. Hahahaaaahhh,

Hahhhaaaahhhaah, sight and sound are leaving me!
Desires are the men and mice!

I’d like to see the conquest, the approaching might,
The approaching night, the night with all her tentacles,

I wish to see fish glitter in the dark,
Black like the feeling extremities of one’s will,

I want the sea to be eternal, an eternal beginning,
I want the boat to come closer, silently,
 
Still. As absent as air and light.
Must we not lower our heads respectfully by the sea?

In awe of the whole God Almighty world?
Unthinkable! I want to stand upright by the sea!

The boat of inevitable farewell becomes smaller,
Becomes smaller in response to a signal,

Such immeasurability, such monotony,
I’d like another name for my experience,

Resembling a boat, many miles from the coast,
A name existing in three realities.

I don’t even want the beginnings of understanding,
I yearn for that one and only girlfriend,

The girl who loves me rather noisily,
She has a weakness for shells and stars,

Come to me, my dearest. I don’t quite grasp
The intentions of that boat, some squabbles, maybe,

Regarding stowaways, the discharge of one’s duties,
Or regarding a woman. Indeed, up and down,

The boat sails up and down, in search of something,
As if the wind whispered in the ears of the men,

As if…But wait, I’m beginning to understand what I see,
I see the want of birds in festive array

And the invasion by the colours blue and grey.
Yes, objects by the sea have beautiful names,
 
They evoke the continual rejuvenation
Of naming, the restitution of desires, aha…

That boat reminds me of a hungry beast
Even though I don’t believe in the supernatural,

Reminds me of a part of your body
Even though I don’t believe in naturalness.

Most birds celebrate their festivals
Outside the realm of our extravagant senses,

Behind the back of waves, under water,
Beside ghostly pieces of sky, inside our coats.

I want the boat to loose its anchors,
I want to see obscurity pass through our language

And I want to know why that one bird is lonesome.
Oh lovely song, put an end to our random dreams,

Please tell us that bird isn’t lonesome!
I see the sea, a bird, a boat, the sky

Getting ready to make predictions,
A sleepy fish, a folding fish, a threatening fish, a fish

Made of foam, and singing fish and leaping fish!
The boat is coming this way, coming closer,

Approaching our world by fits and starts,
I want the darkness to yield buoys,

That boat could disturb the quiet of spirits!
Strong pains are in my shoulders, in my arms,
 
I want the man who loves me on stairways.

English translation by Jeltje Fanoy