Marco Antonio Campos, Stefaan Van den Bremt
испанский
GESCHIEDENIS
wat ons voor ogen komt
en ons de slaap onthoudt
dat komt ons niet voor ogen
wij keren zelf altijd terug
naar de kamer met het uitzicht
op de treinen en de spoorwegberm
waar het behang ontbrak,
en de gordijnen, zodat wij steeds
de bomen konden zien, die wilg
die omgehakt moest worden,
we waren bang dat hij
bij stormweer op het dak zou vallen
we zochten eensgezindheid
maar wat we droomden, 's nachts,
verzwegen we
het was dus niet de wind
het waren niet de bomen
ook 's nachts was er licht
omdat achter de tuin
het rangeerstation lag
waar treinstellen werden
uiteengehaald, op een
zijspoor gezet en vergeten
nee, met de treinen
en ook niet de kou van dat jaar
toen de wissels bevroren
en sneeuwvlokken vielen gestaag
op mijn dochter die sliep
in mijn armen, ik droeg
haar naar huis, in de bocht
stond een auto, ik wist plots:
ik moest nog meer zorg
voor haar dragen en verder
dat alles een keerzijde had
dat de sneeuw die zo troostend
en traag naar beneden kwam
en er het vuil van de straten
bedekte, sporen droeg, verse,
dat iemand hier voor mij
was binnengegaan
Из: De bramenpluk
Amsterdam: De Bezige Bij, 2002
Аудиопроизводство: Het Beschrijf, 2004
historia
lo que nos viene a la vista
y nos impide dormir
eso no nos viene a la vista
nosotros somos los que volvemos
siempre al cuarto con vista
a los trenes y al terraplén,
donde faltaba el papel mural,
y las cortinas, de guisa que siempre
podíamos ver los árboles, aquel sauce
que debía ser talado,
temíamos que se cayera
al techo en una tormenta,
buscábamos la armonía
pero lo que soñábamos de noche,
lo callábamos
por tanto no era el viento
por tanto no eran los árboles
también de noche había luz
porque tras del jardín
había la estación de maniobras
donde eran separados
los convoyes, puestos
en vías muertas, y olvidados
no, no los trenes
ni tampoco el frío de aquel año
cuando las agujas se congelaron
y los copos de nieve caían continuamente
en mi hija que dormía
en mis brazos, yo la llevaba
a casa, en la curva
estaba un coche, de pronto supe:
yo debía cuidarla
aún más y luego
que todo tenía un revés
que la nieve que venía hacia abajo
tan consoladora y tan lentamente
y que cubría la mugre de las calles,
mostraba huellas frescas,
que alguien aquí había entrado
antes que yo
From: Stefaan Van den Bremt, Marco Antonio Campos
Más allá de mis manos, Colibrí, 2006.