Jos De Haes

голландский

K.H. Schwarz-Vanwakeren

немецкий

Delphi I

Navel der aarde Gods. Wij zitten
en horen sperwers water drinken.
Dat is alsof metalen klinken
en smelten in een blauwe hitte.

Een slang, een goddelijke schaamte,
schuift over schilferende muren,
of ligt te blijven en te duren
bij kleibaksels en geraamten.

De droge tepels der kamille
verpulveren tussen onze lippen.
Het laatst zal ons de smaak ontglippen
uit de verzadigde papillen.

En dan, uw linker in mijn rechter,
twee laatste stofveredelingen,
zijn wij zelf eetbare dingen
in Gods vuurvaste trechter.

Из: Gedichten
Tielt/Amsterdam: Atlas, 2004
Аудиопроизводство: VRT - Flemish Radio- and Television Network (www.vrt.be)

Delphi I

Nabel der Gottes-Erd’. Wir sitzen
und hören Sperber Wasser trinken.
Das ist, als ob Metalle klinken
und schmelzen in den blauen Hitzen.

Die Schlange, göttliche Schamkette,
sie schlängelt über Bröckel-Mauern,
sonst bleibt sie liegen und ausdauern
bei Urnen, Knochen der Skelette.

Die trocknen Brüste der Kamillen
sind Staub den Lippen von uns beiden.
Zuletzt wird uns Geschmack entgleiten
aus den gesättigten Papillen.

Dann deine mir, dir Hand des Dichters,
zwei letzte Staubveredlungen,
sind selbst wir Staubverzehrungen
des feuerfesten Gottestrichters.

Übersetzung aus dem Niederländischen von K.H. Schwarz-Vanwakeren

Aus: Blüten aus Flandern, Berglandverlag, Wien, 1961.