Alfred Schaffer
Geduldig is de hofhouding
Geduldig is de hofhouding
Toch een schrale troost, altijd maar vooruit. Snel de straat, traag
de kennismaking. Met fijne buren, afgeleiden, priemgetallen, kapers
op de kust. Het is hier goed verstoppen, tussen goedkope decoraties,
argumenten, de vlaggen hangen uit en o wat zijn we blij, nochtans
verraad je je aanwezigheid, hoe je wellustig de tomaten plet tot
pulp – op schaal een bloedbad en wie draait er voor de kosten op?
De plakkerige keukenvloer onder je zolen, er komt een dag waarop
je ons verloochent, begroet het vragenuurtje dat jou zo typeert,
je papieren tegendeel. Een dobbelsteen rolt razendsnel tot bij je
mooie voeten: groots de intocht, groots het achterstallig onderhoud.
Hoe wij ruchtbaarheid verdienden, alsmaar naar je bleven kijken,
sprakeloos, op en op en op, de pijn verbeten en dat alles vieren wij.