Vrouwkje Tuinman
Condoleancekaarten
Condoleancekaarten
Ik heb de meeste enveloppen opengemaakt,
overwogen met de kaarten te kwartetten.
Mag ik van jou van de paardenbloempluizen die paarse
waar bijna niks meer aan zit? Dan wil ik van jou van de
leliën de waterlelie, voor bij mijn daglelie en mijn trompet.
Er zijn bruggen over allerhande wateren, zonsop- en
-ondergangen en plaatjes die iets onduidelijks bedoelen.
Het Wenen van de jaren twintig, twee meisjes op het strand,
pandaberen en konijnen (nooit tegelijk), een half geverfde schuur.
What’s he building in there? zou jij hebben gevraagd.
Sommigen namen per ongeluk een stralend blije zegel.
Er zijn ook vier berichten van de posterijen zelf,
die klagen dat er oeps, te weinig is geplakt. Of ik even
kan bijbetalen. Alsof ik heb gevraagd om al die bossen
zonder blaadjes, alle voorgedrukte letters.
‘Zo veel wat we voelen, zo weinig wat we kunnen zeggen.’