Hugo Claus

holandês

John Irons

inglês

WEST-VLAANDEREN

Dun lied donkere draad
land als een laken
dat zinkt.

Lenteland van hoeven en melk
en kinderen van wilgehout.

Koorts en zomerland wanneer de zon
haar jongen in het koren maakt.

Blonde omheining
met de doofstomme boeren bij de dode haarden
die bidden 'Dat God ons vergeve voor
wat hij ons heeft aangedaan'.

Met de vissers die op hun boten branden
met de gevlekte dieren de schuimbekkende vrouwen
die zinken.

Land, gij breekt mij aan. Mijn ogen zijn scherven.
Ik in Ithaka met gaten in mijn vel,
ik leen uw lucht in mijn woorden.
Uw struiken uw linden schuilen in mijn taal.

Mijn letters zijn: West-Vlaanderen duin en polder.

Ik verdrink in u,
land. gij wordt een gong in mijn schedel en soms
later in de havens
een kinkhoorn: mei en kever. duistere lichte
aarde.

© De Bezige Bij & Hugo Claus
Extraído de: Gedichten 1948-1993
Amsterdam: De Bezige Bij, 1994
Produção de áudio: Het Beschrijf, 2004

WEST FLANDERS

Sparse song dark thread
Land like a sheet
That sinks

Springland of hooves and milk
And children of willow

Fever and summerland when the sun
Makes its young in the corn

Blond fencing
With the deaf-mute farmers by the dead firesides
That pray ‘May God forgive us for
What he has done to us.’

With the fishermen who burn on their boats
With the spotted animals the foaming women
That sink

Land you break into me. My eyes are shards
I in Ithaca with holes in my skin
I borrow your air in my words
Your bushes your lime trees hide in my language

My letters are: West Flanders dune and polder

I drown in you
Land you become a gong in my skull and sometimes
Later in the harbours
A conch: May and beetle Dim light
Earth.

Translation John Irons
Copyright by John Irons