Christine D Haen
Het tapijt
Schrijdende over het wijnrood tapijt,
in de macht van zijn donker' en bitteren gloed,
groeide mijn trots tot een somber, bevrijd
gevoel van zijn magischen overmoed.
Maar hoe naar dit dronken en vorstelijk perk
den weg nog zoeken in 't schaamvol en vaal
sleetse, waar grauwere draden het werk
der teekning verzaken, de roekloze praal;
en hoe in de bloem, die bloed en zwart
blauw, blank, purper en goud
vermengt in haar onontwarbaar hart?
O Daidalos, o woud!