Peter Holvoet-Hanssen
Cornish
Cornish
Mi a moaz tha’n venton, farra, wheag,
Rag delkiow fevi gwra muzi teag.
Geen juk. Een hoeve waar de geiten bleiten
en parelhoenders croonen van geluk.
De ganzen patrouilleren. Koeien schijten
omhoog: de vos zal komen om een stuk.
De burgers: kippen die in bomen dromen
van witte vluchten naar de zomerzon.
Konijnen plagen paarden die ontkomen
aan halsters, rijtuigritten naar de bron.
Hier lopen dieren vrij van slachtpartijen
in één wei, veld in velden. Wij gedijen.
Je lappendeken wit en blauw van ’t vlas.
Een welomlijnd verhaal ligt in het gras
als een patroon. Een vrijbrief door de wolken
gesmokkeld. Kom, de melkweg moet gemolken.
I am going to the well, sweet sir, she said,
For strawberry leaves make maidens fair.