Ard Posthuma

allemand

A capella

Gepijnd genot, voltooid verlies
vloeit uit de raten en
de liefde niet.

En wereldvreemder, loos van tijd
orgelt het tij de taal der schaduwen
een voorgezongen, hoger lied.

En gij, niet nader gekwelde
met de lente in de lendenen:
teken de bladstand aan, draai een rad

voor mijn lichaam. Ik ben uw doodsverwante.
En uw pekel, uw netelkoorts -
geen mens die u geneest.

En zie: spinnen weven ijlings hun rag.
Nog legt de roos haar schijnvrucht af:
haar naam blijft roos, opent de nacht.

© Orion
Extrait de: De Spekende Gelijkenis
Brugge: Orion, 1978
Production audio: Flemish Literature Fund, Antwerp, 2007

A capella

Wonne gepresst, Verlust vollbracht,
fließt aus den Waben
Liebe nicht.

Und weltentfernter, zeitentleert
orgelt die Flut die Schattensprache
ein vorgesungenes, höheres Lied.

Und Du, nicht näher Gequälter,
der du den Lenz in deinen Lenden trägst:
verzeichne Blattstellung, umgaukle

meinen Körper. Ich bin dir todverwandt.
Dein Nesselfieber und dein Salz –
Nicht jemand, der dich heilt.

Und siehe: Spinnen weben flugs ihr Netz.
Noch legt die Rose ihre Scheinfrucht ab:
heißt Rose alle Mal, öffnet die Nacht.

Aus dem Niederländischen von Ard Posthuma