Jan H. Mysjkin
Vertraging zal zijn
Vertraging zal zijn
(De trein die vertrok om tien uur dertig
zette me af
om vijf uur ’s morgens.
Het perron vroeg me of ik wel ik was.
Ik antwoordde van ja
en gaf het mijn koffer te kruien.
Het nam hem met het grootste plezier van me aan.)
* * *
(Het was bijtend koud. Het hotel sliep
als een mormeldier.
Ik poedelde me af in een kokendhete kuip
en schreef daarna tot negen uur.
Van nu af aan zullen mijn dagen
geen uren te over hebben.)
* * *
(Naarmate ik meer zie, bieden de dingen
die ik nog moet zien
minder nieuws. Er zijn te veel bijzonderheden
die ik te goed ken opdat ze me nog zouden kunnen boeien
waar ik ze ook tegenkom.)
* * *
(De stad is helemaal roze van een lichtroze
waarop met kalk
decoratieve motieven of bloemen zijn getekend of vrouwen
of de brede Antwerpse leien.
De huizen zijn opgetrokken naar strikte gelijkenis met de Groentenmarkt.
Op elk uur van de dag wandelen lichten
twee aan twee in onmetelijke
groen-oranje-rode of kakelbonte sluiers
waardoor het lijkt alsof de stad altijd de vlag uitsteekt.)
* * *
(De passie voor het vegen, het begieten
en het lichtgas
houdt de stad op de been.
De kruispunten zijn bedekt met ontelbare
pauwen, geheiligd
omdat ze cobra’s verdelgen.
In het museum vol pretentieuze rommel
drukken Pinochet en Thatcher elkaar de hand, omgeven
door hun briljante staf.)