Anneke Brassinga
Da capo al fine a prima viste
Da capo al fine a prima viste
Waar is de kus
die ik je vijf jaar geleden heb gegeven? Het einde
was nog niet begonnen of het begin stokte alweer
en met rassere schreden dan weleer naderde
de achterdeur. Sommen klopten. Repeterende
breuken met een vol jaar garantie
op de afrondingen. O verlopen lipzegel, slobber-
kwijl, alles beter dan ten halven lijve
in het ebben staan te splijten.
Nergens nimmer ook maar iets ooit aan zien komen:
er ligt weer iemand te verdwijnen. In levenslusts
stofstorm plakt de zanderigheid van zand
aan alle dingen. Daarom gaan wij (eenmaal
klaar met badineren) de rotonde op om beiden
daar in stof te bijten, uit te beelden
de geplette staartvretende slang van tempo,
melk en bloed te motoriseren, te ranselen de vellen
van de broek, jouw donzig vlees te overstelpen met
klimopomarmingen en biedermeierkrullenwatervallen.
Al waren we slaven, kopstandige
ontstemd musicerende molecuulgalaxieën, ons rest
alle reden om te galmen:
´Hoe lieflijk de aarde, een weergaloos strijdpark,
het leven bloedt er
als een rund in een weide vol bloemen.´