Charlotte Van den Broeck
Acht, ∞ - VI. [een goochelaar zaagt me in twee stukken]
Acht, ∞ - VI. [een goochelaar zaagt me in twee stukken]
VI.
een goochelaar zaagt me in twee stukken en klapt me open
naar het publiek mijn lege romp onthuld na de nacht, na de slag
waarin ik generaal en sterveling werd, grond en organen verloor
jou vergat door de trompetten van de optocht in mij
bij het achteromkijken al zag ik hoe je je jas van de kapstok zou nemen
een klein, finaal gebaar, de teleurgang tussen schouderbladen
en toch gemarcheerd, verder het diepe in, verder dan de blinde klip
daar in inkeer uiteengevallen – natuurlijk, in wat anders
dan in een kermend geluid? het verraadt me op het podium
iedereen kijkt, ik zeg nog ‘liefste’ en ‘weigering’
en ‘vergeef me’, maar het applaus is eindeloos
na afloop word ik niet gehecht