Judith Wilkinson
Translator
on Lyrikline: 10 poems translated
from: neerlandés to: inglés
Original
Translation
Rimpelkers
neerlandés | Eva Cox
De dame die het souterrain bewoont is wat men noemt een rimpelkers. Dat
wat ooit een pruilmond was, verwerd tot een gelakte krans van rimpels
midden in haar dor gezicht. Waren hare wangen niet zo schraal, zo smal en
ingevallen, maar bol als de blakende kaken van mijne tante Julia, ik zou der
dames bijeengenepen lippen compareren met ene aars, de ster van ene
aars, maar dus gelakt, scharlaken, en lijdende aan ene constipatie van
onuitspreekbare verlangens.
from: een, twee drie ten dans
Amsterdam: De Bezige Bij, 2009
Audio production: Flemish Literature Fund, Antwerp, 2008
Wrinkled cherry
inglés
The lady who lives in the basement is what one might call a wrinkled cherry.
What was once a pout, became a lacquered garland of wrinkles in the centre
of her withered face. If her cheeks weren’t so dry, so gaunt and hollow, but
plump as the glowing jaw of my aunt Julia, I would compare the lady’s pursed lips to an arse, the star of an arse, but lacquered, scarlet, and suffering from a constipation of inexpressible longing.
under the authority of the Flemish Literature Fund.
[Zij droomt zich een stoel]
neerlandés | Eva Cox
Zij droomt zich een stoel,
touw om de enkels,
metaal van een loop in de nek.
Maar niets dwingt.
Niets dat woorden uit haar vingers wringt.
De polsen gebonden aan pannen en emmers,
de mond aan een mond, het hart aan twee poppen.
In de verte de pen.
Splinter in het lampgeel van de kamer.
Tussen haar en daar een web van stemmen
dat haar stopt. Als een dolle bal.
from: Pritt.stift.lippe
Haarlem: Uitgeverij Holland, 2004
Audio production: Flemish Literature Fund, Antwerp, 2008
[She dreams herself a chair]
inglés
She dreams herself a chair,
rope round the ankles,
metal of a barrel in the neck.
But nothing compels.
Nothing that wrings words from her fingers.
The wrists tied to pans and buckets,
the mouth to a mouth, the heart to two dolls.
In the distance the pen.
Splinter in the yellow lamplight of the room.
Between herself and life out there a web of voices
that stops her. Like a crazed ball.
under the authority of the Flemish Literature Fund.
[Ik heb een mijnschacht in mijn keel]
neerlandés | Eva Cox
Ik heb een mijnschacht in mijn keel
ik val omlaag vanuit mijn kamer
zit als een pad
gevangen in een bel van steen
het is hier stil
zo stil dat ik mijn dromen hoor
ritselen als dode blad’ren
ik gil
ik heb een mijnschacht in mijn keel
een tong van scherp gesmeed metaal
en lagen gitzwart erts voor jaren
ik hak met korte felle slagen
from: Pritt.stift.lippe
Haarlem: Uitgeverij Holland, 2004
Audio production: Flemish Literature Fund, Antwerp, 2008
[There’s a mineshaft in my throat]
inglés
There’s a mineshaft in my throat
I fall down from my room
sit like a toad
trapped in a bubble of stone
it’s quiet here
so quiet I can hear my dreams
rustle like dead leaves
I shriek
there’s a mineshaft in my throat
a tongue of sharp forged metal
and layers of jet black ore for years
I hew at it with short fierce strokes
under the authority of the Flemish Literature Fund.
[Ik ben beplakt met kleine spiegeltjes.]
neerlandés | Eva Cox
Ik ben beplakt met kleine spiegeltjes.
Ik dans als een strandbal rond.
Ik kan oogverblindend zijn.
Wie naar mij kijkt denkt mij te zien.
Wie naar mij kijkt die ziet zichzelf.
De eigen monsterlijk vervormde grimas.
Wie van mij wegrent jaagt zich zelf weg.
Ik ben beplakt met kleine spiegeltjes.
De randen snijden in mijn eigen vlees.
Ik ben:
een glinsterende mozaïek
met weke rode voegen en
een hart van sneeuwwit -
from: Pritt.stift.lippe
Haarlem: Uitgeverij Holland, 2004
Audio production: Flemish Literature Fund, Antwerp, 2008
[I’m covered in tiny mirrors.]
inglés
I’m covered in tiny mirrors.
I dance around like a beach ball.
I can be dazzling.
Those who look at me think they see me.
Those who look at me see themselves.
Their own small monstrous grimace.
Those who run away from me, chase themselves off.
I am covered in tiny mirrors.
The edges cut into my own flesh.
I am:
a glistening mosaic
with soft red folds and
a heart of snow-white -
under the authority of the Flemish Literature Fund.
WINTER IN HET ZUIDEN
neerlandés | Miriam Van hee
ik stelde me de wind voor
zonder struiken en bomen
en de zon zonder onze huid
toen zag ik je lopen met je armen
van je lichaam vandaan alsof
je de aarde zou gaan verlaten
alsof je de wind probeerde
achter de bergen moest in de verte
de zee ergens zijn
maar we zagen haar niet
en ik dacht dat alles zo hoorde
het innige blauw van de lucht
en onze purperen schaduwen
over de sneeuw
from: Achter de bergen
Amsterdam : De Bezige Bij, 1998
Audio production: Het Beschrijf, 2004
WINTER IN THE SOUTH
inglés
I imagined the wind
without shrubs and trees
and the sun without our skin
then I saw you walking with your arms
lifted from your body as if
you were about to leave the earth
as if you were trying out the wind
beyond the mountains in the distance
somewhere the sea had to lie
but not within sight
and I thought that everything was just as it should be
the intimate blue of the sky
and our purple shadows
across the snow
Copyright: Judith Wilkinson
PLATANEN BIJ HET STATION IN NÎMES
neerlandés | Miriam Van hee
hun huid begon te rimpelen
ze werden oud en zouden doodgaan
net als wij maar zonder angst
alsof zij ergens weet van hadden
en wij niet
het afscheid kwam al dichterbij
noodweer, ontspoorde treinen
onzekerheid was er altijd
zekerheid kon je winnen
maar hoe, hoe
kon je worden als de bomen
ik voelde dat ik schrijven zou
(omdat alles altijd was
zoals het niet kon blijven)
hoe wij hier zaten
op een bank onder platanen
de zon scheen, een hond ging blaffend
achter de duiven aan
from: Achter de bergen
Amsterdam: De Bezige Bij, 1998
Audio production: Het Beschrijf, 2004
SYCAMORES AT NÎMES STATION
inglés
their skin was beginning to wrinkle
they were growing old and would die
as we would but without fear
as if they were in on something
and we were not
already our parting was approaching
storm cloud, derailed trains
uncertainty there always was
certainty one might achieve
but how, how
to become like the trees
I felt that I would write
(because everything was always
as it could not remain)
of how we sat here
on a bench beneath sycamores
the sun shining, a dog barking
and chasing pigeons
Copyright: Judith Wilkinson
Indringster
neerlandés | Eva Cox
Op een dag zat zij aan tafel. Zij rook vreemd en ik kende haar niet. Zij zat
daar als een koekoeksjong met de ellebogen wijd en dwong mij opzij. De
anderen spraken. Niemand noemde haar naam, ook ik wist niet hoe zij
genoemd werd, in andere huizen, aan andere tafels. Haar oor was puntig en
roze gefronst. Haar tanden grijs glas. Zag zij mij niet? Zij leunde opzij alsof ik
al weg was. Schouder tegen mijn kin. Mouw in mijn maaltijd. Ik sprak niet. Zij
naast mij pegelde de kamer vol ijsstem en joeg mij dieper in mijn stoel.
from: Pritt.stift.lippe
Haarlem: Uitgeverij Holland, 2004
Audio production: Flemish Literature Fund, Antwerp, 2008
Intruder
inglés
One day she was sitting at table. She smelt odd and I didn’t know her. She
sat there like a young cuckoo with her elbows wide and forced me aside. The
others were talking. No one spoke her name, nor did I know what she was
called, in other houses, at other tables. Her ear was pointed and like a pink
frown. Her teeth grey glass. Didn’t she see me? She leaned aside as if I had
already left. Shoulder against my chin. Sleeve in my dinner. I didn’t speak.
Sitting next to me she filled the room with the icicles of her frosty voice and
drove me deeper into my chair.
under the authority of the Flemish Literature Fund.
EEN STAD IS EEN SLUIS
neerlandés | Eva Cox
Eenige oogenblikken later stegen er uit de
schoorsteenen der Henrietta weder dikke rookkolommen op.
Jules Verne
Henriëtta steekt haar hoofd uit een dakraam:
"Een huis is geen kluis zonder sleutel! Geen dak wordt een zak om mijn kop!
Een huis blijft een straat met vier muren! Ge waait daar! Doorheen! Een stad
is een huis met veel gaten!"
Henriëtta spuwt een kersenpit:
"Tussen stenen kruipt gras. In de vorm van een hart. De vorm van een vogel."
Henriëtta schudt een kussen op:
"Duw een kind in wat zand en het groeit daar. Naai een schoen in een
buik en die slaapt daar. De zee zwemt niet weg."
Henriëtta plooit papieren bootjes:
"Een fiets is een vis. Een auto een glijbaan. Een stad blijft een trein die lang stilstaat."
from: een twee drie ten dans
Amsterdam: De Bezige Bij, 2009
Audio production: Flemish Literature Fund
A CITY IS A SLUICE
inglés
A few moments later dense columns of smoke
came from the Henriëtta once again.
Jules Verne
Henriëtta sticks her head out of an attic window:
“A house is not a safe without a key! No roof shall become a bag over my head!
A house is still a street with four walls! You blow there! Right through it! A city
is a house with many holes!”
Henriëtta spits out a cherry stone:
“Grass creeps between stones. In the shape of a heart. The shape of a bird.”
Henriëtta fluffs up a pillow:
“Push a child into some sand and it will grow there. Sew a shoe into a belly and it
will sleep there. The sea won’t swim away.”
Henriëtta folds paper boats:
“A bicycle is a fish. A car a slide. A city is still a train that stands still for a long time.”
under the authority of the Flemish Literature Fund.
BRUSSEL, JARDIN BOTANIQUE
neerlandés | Miriam Van hee
als je probeert ergens bij te horen
en je daar moe van wordt
iemand vraagt aan zijn tafelgenoten:
wat is transcendent en je kijkt naar alles
wat achterblijft op de borden, buiten
waaien plots bladeren op, het gaat
regenen, denk je, en dat je niet bang bent,
zeg je tegen jezelf, 's nachts in het
buitenland, dan vraagt iemand jou naar
vergankelijkheid, of je daartegen schrijft
en zoniet, is het dan therapeutisch
je stelt je dan gombomen
voor in de tropen, koerende
duiven in gombomen
from: De bramenpluk
Amsterdam: De Bezige Bij, 2002
Audio production: Het Beschrijf, 2004
BRUSSELS, JARDIN BOTANIQUE
inglés
if you try to fit in somewhere
and it tires you out
someone asks his table-companions:
what is transcendental and you look at everything
left over on the plates, outside
leaves are whipped up by the wind, it's going
to rain, you think, and that you aren't afraid,
you say to yourself, at night
abroad, then someone asks you about
transience, whether you write to counter that
and if not, is it therapeutic then
you imagine gum-trees
in the tropics, cooing
doves in gum-trees
Copyright: Judith Wilkinson
AVOND IN DUN LAOGHAIRE
neerlandés | Miriam Van hee
1.
de dame uit letland vertelde
hoe de volkeren terechtkwamen:
de finnen duwden de lappen
gestaag naar het noorden
en de pruisen waren zo strijdlustig,
moet je horen, dat ze allemaal
op hun veroveringstochten
gesneuveld zijn
waarom zijn er zo weinig
grappige gedichten, verzuchtte
de dame uit letland, ze wenkte de ober
en vroeg om meer whiskey, dan
keek ze naar buiten en zei
dat er niemand meer was
die nog pruisisch sprak
2.
de zee en de lucht waren in elkaar
overgevloeid, aan de vuurtorens
was nog te zien waar de horizon lag
ze wenkten, niet als een vader of als
een vriend, ze wenkten vanuit
het eeuwige leven, de vrijheid
van komen en gaan
ten slotte waren alleen nog
de palmen te zien in het licht
dat uit de hotelkamers kwam
en verder weg was het klappen
te horen van touwen tegen de masten
voor alles bestaat een decor
voor het weerzien, het afscheid
en voor het wachten
3.
de wereld is groot, zei
de dame uit letland,
europa, amerika, mijn vader
kwam om in siberïe
wij spreken de oudste taal
van europa, wij zijn met weinigen
daarom praten we veel,
men zou zich de mond
moeten wassen met zeep,
zei mijn moeder, waar
is nu mijn moeder, waarom
kan ik niet zwijgen, waarom
kan ik niet huilen?
het leven is lang, zei de dame
uit letland en er is niemand
die met me wil ruilen
4.
van waar ik zat zag ik
een eiland liggen waar
de zon op scheen, af en toe
zoals op mij, beneden
maakten meeuwen hun geluiden
klagend, druk en zenuwachtig :
ze waren thuis
het eiland kleurde donker,
grijs en dan weer hevig groen
alsof het bloosde en ik begreep
dat ooit de zon aanbeden werd
het leek alsof je aandacht
van haar kreeg, ook
als je helemaal alleen was
from: De bramenpluk
Amsterdam: De Bezige Bij, 2002
Audio production: Het Beschrijf, 2004
EVENING IN DÚN LAOGHAIRE
inglés
1
the lady from latvia recounted
how the people ended up where they did:
the finns steadily pushed the lapps
northwards
and the prussians were so belligerent,
do you hear, that they all
perished on their campaigns
of conquest
why are there so few
funny poems, sighed
the lady from latvia, she called the waiter
and asked him for more whisky, then
she looked outside and said
there was no one any more
who spoke prussian
2
the sea and the air
had merged, only the lighthouses
still marked the horizon
they beckoned, not as a father or
a friend, they beckoned from
eternity, the freedom
of coming and going
finally only the palms
remained visible in the light
that came from the hotel rooms
and beyond that you could hear
the lashing of ropes against the masts
for everything there is a setting
for reunions, farewells
and for waiting
3
the world is large, said
the lady from latvia,
europe, america, my father
died in siberia
we speak the oldest language
in europe, there aren't many of us
that's why we talk a lot,
we should wash out
our mouths with soap
my mother would say, where
is my mother now, why
can't I be silent, why
can't I cry?
life is long, said the lady
from latvia and you can't
trade it in
4
from where I was seated I saw
an island where the sun
was shining now and then
as it did on me, downstairs
gulls were making their sounds
plaintive, busy and nervous:
they were at home
the island turned dark,
grey and then bright green again
as if it were blushing and I understood
that the sun was worshipped once
it was as if someone
was paying attention to you, even
when you were quite alone