Tahaksin teada, kallim (Väikese linna kohvikumuusikat)

„Tahaksin teada, kallim, mida kavatsevad
kartuli-idud me keldris. Arvan, et varsti
need kaamed piigid tõusevad läbi korruste
lagesid lammutades, põrandaid purustades,
mööbel pilpaiks, lõikavad läbi
turuvõrgud (juurviljad vabaks!), vaibakoed, juhtmed,
pööningul lükivad endile me mälestuste tolmunud helmeid;
– ja siis eterniitkatusel raksatab lainemurd:
kartuli-idud hakkavad antennideks, lippudeks,
kartuli-idud, seni põrandaalusteks surutud.“

© Paul-Eerik Rummo
De: Lumevalgus... lumepimedus
Tallinn: Perioodika, 1966
Producción de Audio: Eesti Kirjanduse Teabekeskus [Estonian Literature Centre]

Ik zou graag willen weten, liefste

Ik zou graag willen weten, liefste, wat de aardappelkiemen

in onze kelder van plan zijn. Ik denk dat die bleke sprieten

binnenkort door alle verdiepingen heendringen

plafonds slopend, vloeren verwoestend,

meubels afbrekend, ze zullen door boodschappenmanden

boren (vrijheid aan de groente!), door tapijtweefsels, leidingen,

op zolder de stofvlokken van onze herinneringen aaneenrijgen;

- en dan zul je op het eternietdak de golven horen breken:

de aardappelkiemen worden antennes, vlaggen,

de aardappelkiemen, tot nu toe noodgedwongen ondergronds.

Aus: Woorden in de wind van de Oostzee: Estische poëzie uit de twintigste eeuw. Samengesteld door Cornelius Hasselblatt & Marianne Vogel. 2005