Tom Van de Voorde
Les barricades mystérieuses
Les barricades mystérieuses
1.
Clement Greenberg boorde gaten
in het plafond, groot genoeg
om zijn hoofd door te steken.
Met weidse neusvleugels –
cocaïne van verse lucht –
snoof hij ons heden
ons dagelijks brood.
Zijn knecht, evenzeer
optimistisch, stond hem bij
maar haakte meteen af.
Geef mij maar de bodem,
zei hij ietwat gelaten
en maakte een put.
2.
's Ochtends wou ik erlangs fietsen
maar het was al te laat.
Het opgebroken asfalt versperde
de baan in hoopjes restant.
Laat me erdoor, smeekte ik,
gun me een laatste blik.
Liedjes noch kaarsen
hielpen als smeermiddel.
Alsjeblieft, vader Clement,
ik draag desnoods een vlinderdas.
Helaas, zijn klassenbewustzijn
was sterker. Moedeloos
ging ik op een steen zitten,
had het bijna opgegeven,
tot ik lumineus weer opstond
en 'Kafka is een jood' schreeuwde.
Een glimlach van herkenning
liet me binnen en ik trad toe
tot het verleden.
3.
Het is hier zo mooi
zei ik tegen niemand
in het bijzonder,
althans, het was er donker
en rook er vochtig
aangenaam eigenlijk
zo zonder mensen.
Hoe dieper ik afdaalde
hoe meer genot ik ervoer.
4.
Er was heel wat clementie
slechts hier en daar een worm
soms ook een mol.
Diertjes diertjes, zei ik
weten jullie het al?
Ik ben jullie
nieuwe verleden.
Iedereen sprong op
en kriebelde me
bij het aaien.
5.
Ik vond mijn zelf terug
in een container, achtergelaten
bij een groep kinderen
die smeekten om adoptie.
Men liet me wachten
in een donkere kamer
ruikend naar rottend vlees.
Eentje stopte niet met schreeuwen
Waarom!? Daarom!?
Een tekort, uitgedrukt
als een teveel, troostte me
onder de gordijnloze ramen.
Ik hield me verborgen
en suste mijn zelf in slaap
tot het uur de perfectie
van de ochtend aannam.
6.
Op het laatst schreef ik
een brief in gebroken Alexandrijns
en sprak hem als boodschap in:
Beste Clement,
Loodzwaar is de vracht
die zelden bijna nooit de bodem
van diens kracht verzacht.
Hij wou geschiedenis op aarde,
schreef hij terug,
desnoods iets hemels als
zekerheid, ontspanning en comfort,
jonglerend in een eenzame jungle
van onmiddellijke gewaarwording.
7.
Over zout en nat asfalt
legde ik mijn vreugde uit
een t-shirt met logo's of werkvolk
met gebruikersnamen.
Ik vervloekte mijn schoenmakers
en liep hobbelig rond een kuil,
wierp dagelijks brood tegen de vlakte
en keek hoe een wolk kauwen
zonder weerwerk uit elkaar viel.
8.
Ik keek naar reparaties
maar bleef bij het oude.