Anneke Brassinga
Jordaan
Zuilengang palmengracht, een hemelrif wolkenkust
zich strekkende naar verre nadering van schemerzee
wier paarlemoer ik tintte met mijn vuren gloed nu
uitspansel ik en openbaring was, klaarte waar
in waterspiegelblinken trillend, zomerlover
werd geweven, hoog daarover zwaluwlijnen ijlden
door warme bries van aarde's ademhaling -nu licht
verzonken raken ging in duisterheden en ik
begreep: dit wachten alleen is je komst geweest.