Robert Stallaerts 
Translator

on Lyrikline: 2 poems translated

from: serbian, slovenian to: dutch

Original

Translation

SVECI

serbian | Vladimir Kopicl

Sunce stoji u nebu i to se zove dan.
Ali ono je  tamo i kad se zove noć.

Juče sam video potok koji traga za zečićem,
malim, titravim, smrznutim,
sivih drhtavih šapica,
ali bilo je leto i nije ga pronašao.
Opet se nisu sreli.
Šta će biti na zimu?

Ni štap, ni šargarepa, ni propast, ni idila.
Možda jave na jesen, kad spreme konačni izveštaj.

Tako stoji i Mesec, on ne zna zašto je tamo,
blizak Zemlji i nebu, ali od svega udaljen
kao da nema dužnost, nikakvo opravdanje.
Ni da odmogne sebi, ni da pomogne drugom.
Čak se dobro i ne vidi, deluje kao zaboravljen,
čim ga zakloni oblak ili uglovi kuća.
Ne živi sasvim građanski, deluje privremeno
kao prolazna večnost, tup sjaj  bratoubistva.

Sve to o nečemu govori, ali nema rešenja,
ili je sasvim nemo ko prazna govornica.

A sutra, umesto zvezda, tamo će stajati sveci
i bivši zvezdani svod biće sjajem narogušen,
ispunjen blagom toplinom, pomalo zajebanom
jer sveci ništa ne govore dok im se tako ne kaže.
Ali ko da im kaže u onoj pustoj praznini
u kojoj sve izvan njih deluje kao ekran,
ko glup dokumentarac na hladnom oku TV-a.
Sav mir u ovom svemiru providan je ko staklo
po kome protrči zečić i šapicom ga zamaže.

Možda će doći i drugi, da ga šapicom umije,
a možda ipak i neće. Kraj nema ravnoteže.

© Vladimir Kopicl

HEILIGEN

dutch

De zon staat aan de hemel en dit noemen we dag.
Maar ze is er ook als het nacht is.

Gisteren zag ik een beek die naar een haasje zocht,
klein, trillend, kouwelijk,
met grijze bevende pootjes,
maar het was zomer en ze vond het niet.
Ze vonden elkaar niet.
Hoe zal het in de winter zijn?

Geen stok, geen wortel, geen verlies, geen idylle.
Misschien in de herfst, als de eindafrekening wordt gemaakt.

Zo staat ook de Maan, hij weet ook niet waarom zo,
dicht bij de Aarde en hemel, maar toch van alles verwijderd
alsof hij geen verplichtingen heeft, geen rechtvaardiging,
noch dat hij zichzelf hindert of anderen helpt.
Hij ziet zichzelf zelfs niet goed, werkt als godvergeten,
als een wolk hem verhult of de hoeken van een huis.
Hij leeft niet helemaal als een burger, hij werkt tijdelijk,
als de voorbijgaande eeuwigheid en het stomme woord van de broedermoord.

Daarover prevelt hij niet, hij heeft geen oplossing,
hij is stom als lege praat.

En morgen, in plaats van een ster, staan daar de heiligen
en het vroegere sterrengewelf wordt door schitter benijd,
vervuld van een milde warmte, lichtjes verveeld,
want heiligen zeggen niets als men er niet om vraagt.
Maar wie kan het hen zeggen in deze eenzame leegte
waarin alles ageert als op een scherm
een domme documentaire op het koude TV-oog.
Heel de wereld in dit heelal doorzichtig
als vensterglas waarover een haasje loopt en dat het bevuilt.

Misschien zullen er anderen komen, die zijn pootjes wassen,
maar misschien ook niet. Het einde is niet evenwichtig.

vertaling: Robert Stallaerts

© Robert Stallaerts / Het beschrijf

MEJE

slovenian | Boris A. Novak

To isto polno luno gledava… obzorja
daleč, predaleč drug od drugega. Med nama
se pno gorovja. Mehka mahovnata skorja
zarašča najine stopinje. Čisto sama

si prečkala vse meje in prišla na tuje,
v domovino mojih rok. Nevarno sam
se plazim mimo varuhov mejá: potujem
na severozahod, kjer me je bridko sram

škripanja duše sredi gladkih, strašnih sten.
Stojim pred njimi, temni moški z jugovzhoda,
sumljivega imena, drhteč, gol kot plen.
Ne morem pobegniti. Meja je usoda.

Zdaj veš: čeprav prestopiš mejo, je ne zbrišeš.
Še višja bo krojila tvoj korak, kot dvom.
Zemljevid ni privid. Zato govôri tiše.
Onstran vseh mejá so tvoje ustnice moj dom.

                                  (Alba, 1999)

© Boris A. Novak
from: Alba
Ljubljana : Mladinska knjiga, 1999
Audio production: Študentska založba

Grenzen

dutch

We staren naar dezelfde volle maan… De horizon
ver weg, veel te ver weg, de een van de ander. Tussen ons
verheffen zich de bergen. Een zachte laag mos
overdekt onze voetsporen. Helemaal alleen

oversteeg je al deze grenzen en kwam je naar een vreemd land,
het vaderland van mijn handen. Voortvarend alleen
duik ik achter de rug van de grensbewakers: ik reis
naar het noordwesten, waar ik me bitter schaam

over het knarsen van de ziel tussen de gladde verschrikkelijke stenen.
Ik sta voor de muur, de donkere jongeman van het Zuidoosten,
die een bedenkelijke naam draagt, trillend, een naakte oorlogsbuit.

En nu weet je het: hoewel je de grens overgaat, breek je haar niet.
Ze groeit en meet je stap, als de twijfel.
Een kaart is geen schijn. Spreek dus zachter.
Over alle grenzen heen is de mond mijn huis.

vertaling: Robert Stallaerts

© Robert Stallaerts / Het beschrijf