Ach du…

Om niet te moeten schrijven volstaat het
haar denkbeeldig lichaam aan te raken.
Het brandt zich in het scherm als op een laken
en lacht naar mij, altijd bereid. Ik laat het

op mij indenken en praten, bladvulling,
waarvoor geen dichter nodig is.
Deze gevoelloosheid duurt nu al jaren,
opwinding zonder betekenis.

Misschien mis ik de armoe van een kamer
waarin de gaten zijn gedicht: de deur
een dwangbevel, het raam een ultimatum,
op tafel een oningevuld bewijs van schuld –

en niemand die met schaamteloos plezier
mijn weerzin om te schrijven vult.

From: In inkt gewassen
Amsterdam: Atlas, 2006
Audio production: Flemish Literature Fund, Antwerp, 2007.

Ach du…

Not to have to write it’s enough
to touch her imaginary shape.
It burns into the screen as onto a drape
and laughs at me, always willing. I let it

think and talk me round, page filling,
for which no poet is needed.
This numbness has gone unheeded
for years, excitement without meaning.

Perhaps I miss the misery of a room
in which the holes are sealed: the door
a writ, the window an ultimatum,
at table an uncompleted affidavit –

and nobody who in shameless pleasure
fills my aversion to write.

Translated by Willem Groenewegen