Vragen aan Shiva

hoe zinvol het is een vat
vol zeewier en golfslag te vangen,


gesluierd met sterren in
agrarische vlakte te rollen.


Breng me een gehavende fontein,
een touw aan een handvol paarden,


de zon op een veld vol tegels
in goudkleurig zand gelegd. Welke


richting geeft de olie aan een vaas
eer een bloem haar kleur


verzint, een dam zijn vrijheid wint.
Al die oplichtende vrienden, schuilend


tussen zo veel netten. Tel ze en bereken.
Vraag of ze zelf haar naam mocht kiezen,


wat het dan was: een paar uitgesneden stenen,
een dak, geschaard tegen vergissingen,


als rijzende vlakte, geografisch naïef.
Misschien was het wel genoeg, Ahmadi,


de geschiedenis van je land te borduren
met edelmetalen, necrologieën


als schelpen naast elkaar te leggen,
er ledematen bij te verzinnen.

© Tom Van de Voorde
From: Liefde en aarde
Gent: poëziecentrum, 2013
Audio production: Haus für Poesie, 2019

Demander à Shiva

si ça vaut la peine de récupérer
un fût plein d’algues et de houle,

de le rouler voilé d’étoiles
sur une plaine agraire.

Apporte-moi une fontaine délabrée,
une corde à une poignée de chevaux,

le soleil sur un champ aux fines dalles
posées à même le sable doré. Quelle

direction donne le pétrole à un vase
avant qu’une fleur ne s’invente

une couleur, qu’un barrage ne gagne sa liberté.
Tous ces amis allumés, terrés parmi

tant de filets. Compte-les et calcule.
Demande, si jamais elle a pu choisir son nom,

ce que ça a donné : quelques pierres sciées,
un toit, regroupé en V inversé contre les erreurs,

telle une plaine qui s’élève, à la géographie naïve.
Peut-être était-ce suffisant, Ahmadi :

broder l’histoire de ton pays
de métaux précieux, aligner des nécrologies

comme des coquillages,
leur inventer des bras des jambes.

Traduit par Daniel Cunin