Ostende

1.

Een bot ligt in het zand
van een eiland dat niet stilstaat

vast is de vorm
de geschiedenis van de wind
het stuwen van merg en steen

de wind raakt zoek op zee
geen golf heeft dezelfde afmeting

zand kleurt rood in de zon
op de renbaan waar stof opwaait
en de hoeven dezelfde ritmes slaan
de hoeven het zand in stukken slaan

over een eiland loopt de wind
en bewerkt er zijn eerdere afdrukken
het mergsteen van het strand
de renbaan aan de kust
de regen in de zee.


2.

De zee heeft de omvang van de wind
en stroomt over op het mergsteen
door de wind bewerkt voor de zee

een strandloper loopt langs de wind
en telt met zijn stappen
de losse delen van het zand
en de losgewaaide koppen van de zee
en de losgekomen vlokken van de wind

rollende kruipende schuivende stukken
van een eiland dat voor even stilstaat
op de rand van de zee

hoeven vergruizelen het steen
de zee draagt het bot naar de kant
het zand koelt af in de wind

schuimvlokken meten de omvang
van een eiland dat tijdelijk ontstaat
onder de voetstap van een strandloper

buiten de wind boven de zee.

© Erik Lindner
From: Tafel
De Bezige Bij, 2004
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2014

Ostende

1
Ein Knochen liegt im Sand
einer Insel die nicht stillsteht

fest ist die Form
die Geschichte des Windes
das Treiben von Mark und Stein

der Wind geht verloren auf dem Meer
keine Welle gleicht der anderen

die Sonne färbt den Sand rot
auf der Rennbahn wo Staub aufweht
und die Hufe im selben Rhythmus schlagen
die Hufe den Sand kurz und klein schlagen

über eine Insel zieht der Wind
und bearbeitet seine früheren Abdrücke
den Mergel des Strands
die Rennbahn an der Küste
den Regen im Meer.

 
2
Das Meer hat den Umfang des Windes
und strömt hinweg über den Mergel
vom Wind bearbeitet am Meer

ein Strandläufer spaziert imWind
und zählt mit seinen Schritten
die losen Teile des Sandes
und die verwehten Schaumkronen der Wellen
und die vom Wind losgelösten Flocken

rollende kriechende schiebende Stücke
einer Insel die einen Moment stillsteht
am Rand des Meeres

Hufe zerstampfen den Stein
das Meer trägt den Knochen an Land
der Sand kühlt ab im Wind

Gischtflocken messen den Umfang
einer Insel die zeitweise entsteht
unter den Stapfen eines Strandläufers

ohne Zutun des Windes überm Meer.    

Aus dem Niederländischen übersetzt von Rosemarie Still
Aus: Erik Lindner. Nach Akedia. Ausgewählte Gedichte. Niederländisch und Deutsch. Berlin: Matthes & Seitz Berlin, 2013