Sasja Janssen
Wilde vinex
Wilde vinex
Ik ga mijn eigen dood zelf uitkiezen, ik ben een vinexvrouw,
geen buitenmeisje.
Ik loop in mijn vlinderbroekje op het terras, ogen ploppen
overal uit, uit mijn benen, mijn buik en mijn broekje is zo klein
zacht en zo champagne, hier in deze wijk met houten kades
zonder water, waar meisjesbenen tegen de gevel groeien.
Ik ken een zwaluw die veren verpand voor mijn noten
hij laat ze op mijn voeten vallen, ik bewaar ze voor de slaap.
Ik zie een man die hangt een kaarsrechte herinnering
over zijn vrouw, zijn kind de zoom die zij lospeutert
Het wijst uit de hoek mijn tepels aan.
Ik draai mijn loop.
Ik ben een verschrikkelijk organisme dat uitverkiest.
Ik ben koningsblauw.
Ik sta in wilde schoonheid.