Stefaan Van Den Bremt
School der poëzie
School der poëzie
Taal werd oud en hield familieraad.
Riep al die woorden nog eens bijeen.
Vroeg ook zegswijzen in ruste. Zocht
het gezegde dat haar was ontgaan.
Taal was oud en erg op de letter.
Je was jong en wist niet beter dan
taal was wat op ieders lippen lag
met handen vol gebaren, taal lag
op de punt van je balpen en ging
zo ver als je vers voeten had.
We waren bloedjong, in ons roerde zich
een taal van bloed. In spijkerbroeken
stak jong bloed. Op sportschoenen
stond het daar met al dat erfgoed
en met zichzelf op gespannen voet.
Nu! klopte het, en nog, en nog. Vanaf
de eerste schrei, die het al wist,
tot aan de jongste snik, tot in
de kromste lijn van afstamming
terug, zo ver als taal kan gaan.