Jan Kaus

My father-in-law built an observation tower. A house on a knoll, the starry sky unobscured. I gaze at Capella and then at the lake. My friend has a phobia of birch forests instead of one of spiders or heights; we’re all a little wary of a nighttime lake. Brother and sister wed, the earth swallowed the church, a lake was formed. Nothing so impressive has ever happened here. They say the neighbor-woman ate match sulfur and dove into the water. I much more readily stare at Arcturus above the rubble of the woman’s home.

Mon beau-père a construit une tour d’observation. Une maison au sommet d’une colline, d’où l’on voit bien le ciel étoilé. J’observe Capella, puis le lac. Mon ami a peur des araignées, il n’a pas le vertige mais redoute les forêts de bouleaux, et nous craignons tous un peu le lac pendant la nuit. Un frère et une sœur se sont mariés, l’église s’est enfoncée sous la terre et un lac s’est formé. Ici, il ne s’est rien passé d’aussi grandiose. On dit que la voisine a mangé du souffre d’allumettes et s’est jetée à l’eau. Je préfère regarder Arcturus au-dessus des vestiges de sa maison brûlée.

Mijn schoonvader heeft een uitkijktoren gebouwd. Een huis op en heuvel, je kunt de sterrenhemel goed zien. Ik tuur naar Capella en vervolgens naar het meer. Mijn vriend is bang voor spinnen en heeft berkenbosvrees in plaats van hoogtevrees, maar een nachtelijk meer vinden we allemaal een beetje eng. Een broer trouwde met zijn zus, de kerk zakte in de grond en er ontstond een meer. Hier is nooit zoiets groots gebeurd. De buurvrouw schijnt luciferzwavel te hebben gegeten en in het water te zijn gesprongen. Met veel genoegen bekijk ik Arcturus vanaf de plek waar haar huis heeft gestaan.