Tsead Bruinja
[nacht was wapen...]
[nacht was wapen...]
nacht was wapen dat ons bij elkaar bracht
grommende bruinen brommende witten
heilig grijs brandend in woestijnblikken
we grepen naar hard besmet gereedschap
de maan was klok achter wiegende bomen
de maan was testbeeld dat we konden dromen
ze duwt zee voor zich uit zeggen ze
ze roert broei door storm zeggen ze
we namen posities in ik hoorde
ademgeschiedenis ruisen door instrumenten
onzichtbare marconisten stuurden onderhuidse berichten
het bleven prille antwoorden op schreeuwerige behoeftes
we gingen dieper
dieper
als je lang genoeg naar sneeuw kijkt gaat je huis vliegen
als je lang genoeg naar ruis luistert ga je geloven
dat er iets is dat daar leeft daar dieper
dieper
we namen posities in
als witte parels schoten onze lichamen door het water