Hélène Gelèns
afscheid
afscheid
1
we hadden gesproken over buiten en zon
ik lichtte gordijn op bewoog reepjes
schitter over plafond – en dacht
haar morgen: niet langer verruimend
we gaven naam aan gezichten op foto’s
aan stemmen in aangrenzende kamers
aan haar kinders kinderen – ik dacht
haar leven: niet langer gekuist
we zwegen
2
we hadden gezwegen ik aaide
haar wangen haar slapen het witte haar
aaide het haar werd zijde aaide
de strakke mond een stille lach
ze lichtte haar deken op
ik dacht wat een benen zo mooi
ze bestaan – af – zo lang
dacht dat zo mooi dan kan
steeds meer been en meer dan been
ik dacht wie wil ze dat ik ben ik aaide
haar wangen haar slapen aaide
het zijden haar aaide