Peter Verhelst
niederländisch
[MOTEL BLUE.]
MOTEL BLUE. Das ist das Ende, der Abgrund,
Kleine Krankenschwester. Wolkenteile mit
Regenaufzucht. Ich hatte mir deine Hände,
Wenn du winkst, höher vorgestellt. Windräder,
Erdnußbutter. Könnte ich dir nicht einfach
In der Magengegend ein wenig schmale Treue
Zufügen. Sag, schon geritzt, l’amour, kau
Du doch auf Silberpapier. Ich hätte sie alle
Fertiggemacht, wenn ich wollte. Aber du
Wolltest bestimmt gerade nicht, kleine
Krankenschwester. Windräder, Erdnußbutter.
Hörst du das Rauschen, Sam Baskini Orchester,
Uralte Aufnahme, alcalisch zu Ende gehauchter
Jazz, teils als Nebengeräusch. Lehn dich zurück,
Mach deine Augen dunkel, Motel blue ist
Weiter nichts, als die letzte, flimmernde Station
Eines trocken gefahrenen Tanks. Könnte ich dir
Nicht einfach in der Magengegend ein wenig
Schmale Treue zufügen sag, schon geritzt,
L’amour, hörst du das Rauschen, hörst du
Das endgültige Schleifen der Scheibenwischer,
Das ist das Ende, kleine Krankenschwester,
Das sind die runtersackenden Hände im Rücken,
Ohne erst vorher noch großartig zu tanzen.
Aus: Der Schaum und die Zeichnung vom Pferd
Berlin: Kowalke & Co. Verlag, 1998
Audioproduktion: 2006, M.Mechner / Literaturwerkstatt Berlin
[MOTEL BLUE]
MOTEL BLUE. Dat is het einde, de afgrond,
Kleine ziekenzuster. Wolkendeeltjes met
Regenteelt. Ik had me je handen,
Als je zwaait, hoger voorgesteld. Windmolens,
Pindakaas. Kan ik je niet simpelweg
In de maagstreek een beetje magere trouw
Toedienen. Zeg, alles OK, l’amour, kauw
Jij maar op zilverpapier. Ik had ze allemaal
Afgemaakt, mocht ik dat willen. Maar jij
Wilde waarschijnlijk net niet, kleine
Ziekenzuster. Windmolens. Pindakaas.
Hoor je het ruisen, Sam Baskini orkest,
Oeroude opname, alcalisch uitdovende uitgezuchte
Jazz, deels als achtergrondgeruis. Leun achterover,
Maak je ogen duister, Motel Blue is
Verder niks, dan het laatste, twinkelende station
Van een droog gereden tank. Kan ik je
Niet simpelweg in de maagstreek een beetje
Magere trouw toedienen, zeg, alles OK,
L’amour, hoor je het ruisen, hoor je
Het onherroepelijke slissen van een ruitenwisser,
Dat is het einde, kleine ziekenzuster,
Dat zijn de neerzakkende handen op de rug,
Zonder eerst nog vooraf uitbundig te dansen.