Ton Naaijkens
niederländisch
der boden unter den füßen (VII) - wir lasen die landschaft wie bücher
VII
wir lasen die landschaft wie bücher, paukten bauernregeln, übten
den schulterblick, drehten kurz vorm werksgelände ab, unser abitur
war der führerschein mit 17, die schleichwege zur schule, die bus-
verbindung unser vaterunser, wir gingen, so ironisch, auf den scheunenball,
füllten uns ab mit garzweiler flächenbrand, wir sind die landjugend,
hochbegabt und eingetrübt, wir wuchsen mit der grube, sie liegt uns nah
am herzen, wir umrunden im kreisverkehr den eigenen blick, der dorfrand
eine variable größe, wir sind flüchtig, legen keinen wert auf unsere quellen
in der dorfchronik, unser grundbucheintrag, das ist fluxuskunst, das ist
realismus, wir ziehen in die städte und wir fliegen aus zu den terrassen,
beobachten den restsee wie er aufgefüllt, vielleicht betreiben wir
auch eine gärtnerei am niederrhein
Aus: Lidschluss
Wien: Edition Korrespondenzen, 2015
Audioproduktion: Literaturwerkstatt Berlin, 2016
de grond onder onze voeten (VII) - we lazen het landschap als boeken
VII
we lazen het landschap als boeken, stampten boerenregels, leerden
over onze schouder te kijken, sloegen kort voor het fabrieksterrein af, ons
eindexamen was het rijbewijs op ons 17e, de sluipwegen naar school, de bus-
verbinding ons onzevader, we gingen, ironisch genoeg, naar een schuurbal
gooiden ons vol met garzweiler flächenbrand, wij zijn de plattelandsjeugd,
hoogbegaafd en troebel, we groeiden op met de groeve, ze gaat ons echt
aan het hart, op de rotonde rijden we om onze eigen blik heen, de dorpsrand
een variabele factor, vluchtig zijn we, hechten geen waarde aan onze bronnen
in de dorpskroniek, onze inschrijving in het kadaster, het is fluxuskunst, het is
realisme, we trekken de steden in en we vliegen uit naar de terrassen,
bekijken het restmeer, hoe gevuld het wordt, misschien runnen we
ook een tuincentrum aan de niederrhein