Jan Kaus

estnisch

Frans van Nes

niederländisch

PIRMASTU II

Siit näeb hästi seda asja, mida nimetame Eesti maastikuks. Õõtsikkaldaga järvesilm. Metsad, mis müürivad vaadet tormidest ja lageraietest hoolimata. Aeg-ajalt sahmab seafarmist haisu. Kui minus voolaks kübekenegi nipernaadit, hakkaksin minema, sest tükk põldu seal metsatukkade vahel justkui küsiks, et mida sa ootad, venivillem selline. Muidugi on kõik proosalisem – teisel pool ürgorgu paistva romantilise kortsna all elavad sopajoodikud. Äial on hea binokkel. Kuu nagu peopesal. Vanarahvas ei lubanud kuukuninga suunas näpuga näidata. Maastik on sellistel öödel kaetud igatsuse õhukese härmatisega.

© Jan Kaus
Audioproduktion: Eesti Kirjanduse Teabekeskus [Estonian Literature Centre]

PIRMASTU II

Hiervandaan heb je een goed zicht op wat we het Estische landschap noemen. Een waterspiegel tussen oevers vol kraggen. Bossen die het uitzicht ommuren, ondanks stormen en kaalkap. Soms een vlaag van de stank uit een varkenshouderij. Als ik ook maar een beetje uilenspiegelbloed zou hebben, zou ik op pad gaan, want het veld daarginds tussen de bossen lijkt te vragen: waar wacht je nog op, luiwammes? Natuurlijk is het in het echt prozaïscher — onder de romantische schoorsteen aan de andere kant van het oerstroomdal woont een stel zuipschuiten. Mijn schoonvader heeft een goede kijker. De maan hangt voor het grijpen. Van de oude mensen mocht je nooit naar de maankoning wijzen. In dit soort nachten ligt er een dun dauwlaagje van verlangen over het landschap.

Vertaling Frans van Nes