Jan Willem Anker
niederländisch
* * * [Sled prejšnjega]
Sled prejšnjega, predhodnost: iz semena
formula rože v rožo dozoreva.
v listnati mreži modra slika dneva,
a zrak stepena mrzla kantilena.
v mirnem očesu časa zastekljen
spomin, ki ga z dotikom mreni
raskav vonj kutine v jeseni.
na polju krik v tišino zasejan.
iz ptičjih letov, iz občudovanj,
iz senc pozidana arhitektura
v zbledeli težnosti sveta.
mir se preliva kot glazura.
iz molka so zgnetena vsa imena
in z instrumenti ne prodreš do dna.
Aus: Štukature
Ljubljana : DZS, 1975
Audioproduktion: Študentska založba
Essentialist
Ik was op weg naar college, weggezakt ondergronds
in de openbare worm die westwaarts groef
toen een cadet in veldtenue mijn trein in kwam.
Ware het niet voor de pompon die zijn baret tooide,
zijn leeftijd, het feit dat hij alleen was, en hier,
had deze jongen zo een amfibievoertuig kunnen
enteren. Ik loerde naar wapens, in zedige verwondering
over de brandhaarden op onze spinnende aardbol.
Hij was een en al camouflage, struikimitatie, schijn
van flora in allerlei schakeringen, tinten, vlekken
groen. Een helm bungelde aan zijn rug, lenteheuveltje
waaruit een tafereel van malse grassen in plastic
ontsproot. Ik kwam los van het gretige burgermansontzag
voor legerdingen, wreed, conformistisch, en wierp
een blik op waar mijn soldaat zo in verdiept was –
Walden van Thoreau – stel je hem voor, olie wrijvend
in de teruggetrokken grendel van een Stengun, zwoegend
voor een uitzicht op een leven zonder mannen; bessen
die zwaar tussen hun doorns ploffen, het nacht-
gordijn dichtgetrokken over het raam van het meer...
We moeten trachten de tegenstellingen met elkaar
te verzoenen, maar hun eendracht en tweedracht
leiden tot wilde absurditeiten in ons denken
en spraakvermogen. Geen zin draagt de hele
waarheid en de enige manier om eerlijk te zijn
is door onszelf de leugen te schenken; spreken is
beter dan zwijgen; zwijgen is beter dan spreken; –
Alles staat in verbinding; ieder atoom heeft een afstotend
krachtveld; – Dingen zijn en zijn niet, op hetzelfde
moment; – enzovoorts. Er zijn andere
geesten. Toen ik opdook bij St. George, blies ik
in de kom van mijn handen – lichamen verspreid over
musea, torens van banken, studentenkamers, winkels, elk
hun denkrichting op of niet, leken een wet
te bewijzen die ons insluit, aantoonbaar met
ijzerdeeltjes, magneten en schoon tafelblad.
Ik kan hun gezichten zien verdwijnen. Het zingen dient niet
om ervaring vast te leggen, maar om een solide
pantser te smeden van gevoel dat de tijd doorstaat.
Het stadion licht op, leeg, door hakstrepen getekend
om de drang naar voren te meten. Op het aardoppervlak
ons, die bij vergissing ogen, en alleen maar lijken.