Ton Naaijkens
niederländisch
Schliere
Schliere im Aug:
von den Blicken auf halbem
Weg erschautes Verloren.
Wirklichgesponnenes Niemals,
wiedergekehrt.
Wege, halb – und die längsten.
Seelenbeschrittene Fäden,
Glasspur,
rückwärtsgerollt
und nun
vom Augen-Du auf dem steten
Stern über dir
weiß überschleiert.
Schliere im Aug:
daß bewahrt sei
ein durchs Dunkel getragenes Zeichen,
vom Sand (oder Eis?) einer fremden
Zeit für ein fremderes Immer
belebt und als stumm
vibrierender Mitlaut gestimmt.
Aus: Sprachgitter
Frankfurt am Main: Fischer , 1959
Audioproduktion: NDR 1965, 1967
Slier
Slier in het oog:
door alle kijken half-
slachtig aanschouwd Verloren.
Tot leven gedacht Nooit,
teruggekeerd.
Wegen, half – en de langste.
Zielbetreden draden,
glasspoor,
achterwaarts gerold
en nu
door het ogen-jij op de vaste
ster boven je
wit oversluierd.
Slier in het oog:
opdat bewaard wordt
een door het donker gedragen teken,
door het zand (of het ijs?) van een vreemde
tijd voor een vreemder Immer
tot leven gewekt en als stom
vibrerende medeklinker gestemd.
© Ton Naaijkens, 2003
uit: Paul Celan, Verzamelde gedichten. Vertaald en van een nawoord voorzien door Ton Naaijkens. Amsterdam: Meulenhoff 2003