Jelica Novaković
serbisch
WEST-VLAANDEREN
Dun lied donkere draad
land als een laken
dat zinkt.
Lenteland van hoeven en melk
en kinderen van wilgehout.
Koorts en zomerland wanneer de zon
haar jongen in het koren maakt.
Blonde omheining
met de doofstomme boeren bij de dode haarden
die bidden 'Dat God ons vergeve voor
wat hij ons heeft aangedaan'.
Met de vissers die op hun boten branden
met de gevlekte dieren de schuimbekkende vrouwen
die zinken.
Land, gij breekt mij aan. Mijn ogen zijn scherven.
Ik in Ithaka met gaten in mijn vel,
ik leen uw lucht in mijn woorden.
Uw struiken uw linden schuilen in mijn taal.
Mijn letters zijn: West-Vlaanderen duin en polder.
Ik verdrink in u,
land. gij wordt een gong in mijn schedel en soms
later in de havens
een kinkhoorn: mei en kever. duistere lichte
aarde.
Aus: Gedichten 1948-1993
Amsterdam: De Bezige Bij, 1994
Audioproduktion: Het Beschrijf, 2004
ZAPADNA FLANDRIJA
Lake pesme tamna niti
Toneš zemljo
Kao belo platno
Zemljo prolećna sa mlekom i stajama
I decom od vrbinog drveta
Zemljo groznice i leta kad se sunce
Među klasjem koti
Svetli plotu
Kraj mrtvih ognjišta i nemuštih paora
Što se mole »Da nam Bog oprosti
Ono što nam učini«
Kraj ribara što bukte u čamcima
Kraj pirgavog zverinja i kiptećih ženskinja
Što tonu
Zemljo što me kršiši u očima mi srča
Ja u Itaki olinjalog krzna
Svojim rečima zajmim od tvog neba
U govoru mi se skriva tvoje žbunje tvoja lipa
Slova su mi: Zapadne Flandrije dine i polderi
Davim se u tebi
Zemljo što bat si mi pod lobanjom
a u lučko veče
katkad školjka: majska koka Mračna laka
Zemljo