Rainer Kersten
Übersetzer:in
auf Lyrikline: 23 Gedichte übersetzt
aus: niederländisch nach: deutsch
Original
Übersetzung
Oplossingenboek
niederländisch | Reinout Verbeke
Omdat we van het gonzen in brand vlogen
Omdat we ons geslacht met de vlam wasten
Omdat we het tweezame vuur kwistig strooiden
Omdat we hoopten op dat ene stervuurwerk
onze ijdele vorm van handhaven: jij
die in een oog spat, de druppel wordt
die een bedding uitschuurt
Omdat water zich mengt met jonger water
Omdat je verdampt tot een raam met boodschap
Omdat je daarvan de natte vinger
Omdat je het antwoord bent
aus: De achterkant van flatgebouwen
Antwerpen: De Bezige Bij, 2011
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
Weißbuch
deutsch
Weil wir vom rasenden Dröhnen Feuer fingen
Weil wir das Geschlecht mit der Flamme uns wuschen
Weil wir das zweisame Feuer großzügig streuten
Weil wir auf ein Sternfeuerwerk hofften
unsere fruchtlose Form des Stillstehenlassens: du,
die in ein Aug‘ spritzt, der Tropfen wirst,
der einen Weg höhlt
Weil Wasser sich mit jüngrem Wasser mischt
Weil du verdampfst zu einer Glasscheibe mit Nachricht
Will du deren nasser Finger
Weil du die Antwort bist
Het ei!
niederländisch | Reinout Verbeke
Ik heb mijn rug om het ei gekromd
Het ei is mij ten voeten uit ook jij
bent zo goed als aan het ei gelijk
Wij besteden alle tijd aan het nakijken
van de kalkschaaldichtheid, het
eiwitgehalte, de vochtigheid in de kamer
Wij hebben geen oog meer voor elkaar
dan een oog dat wil betrappen
op nalatigheid, een barst, diefstal
Hoe meer we elkaar het breken
verhinderen hoe meer we
verlangen naar het breken
Vannacht greep je slaapdronken
naar ‘het ei!’, ‘het ei!’, ‘het ei!’
Graaiend onder mijn rug
heb je het ei in mij gebroken
aus: De achterkant van flatgebouwen
Antwerpen: De Bezige Bij, 2011
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
Das Ei!
deutsch
Ich liege da, um das Ei gekrümmt
Das Ei ist genauso wie ich - und auch du
gleichst fast völlig dem Ei
All unsere Zeit beschäftigt mit Kontrollieren
der Kalkschalenstärke, des
Eiweißgehalts, der Raumfeuchtigkeit
Füreinander haben wir kein Auge mehr
außer eines, das argwöhnt:
eine Nachlässigkeit, einen Sprung, Diebstahl
Je mehr wir einander am Brechen
hindern, desto größer die Sehnsucht
nach diesem Brechen
Heute Nacht griffst du schlaftrunken
nach „dem Ei“: „das Ei!“, „das Ei!“
Und unter meinem Rücken wühlend
hast du das Ei in mir zerbrochen
Vlek
niederländisch | Reinout Verbeke
Ergens bij de lidwoorden zit een lek in de taal
waarlangs een blauwe, hete stof
op mijn schedel drupt
tot mijn kop smelt en een en al
het blauwe spul wordt
en smeltend
overloopt in nek en schouders
in borstkas en buik
in lies
in knie
in voet
in een vlek
Er is op verzoek geen beter beeld
dan dat waarin ik verdwijnend
jou nooit genoeg zal zijn
aus: De achterkant van flatgebouwen
Antwerpen: De Bezige Bij, 2011
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
Fleck
deutsch
Irgendwo bei den Artikeln hat die Sprache ein Leck
durch das ein blauer, heißer Stoff
auf meinen Schädel tropft
bis mein Kopf schmilzt und selbst total
zum blauen Stoff wird
der schmelzend
zerfließt in Hals und Schultern
in Brust und in Bauch
die Leiste
das Knie
den Fuß
in einen Fleck
Es gibt im Moment kein bess‘res Bild
als das: wie ich durch Verschwinden
dir niemals genug sein werd
[In tijden van nog nooit tijd]
niederländisch | Reinout Verbeke
In tijden van nog nooit tijd
nog nooit ooit
nooit nog
wou het woord beginnen
Het ademde diep in terwijl het
een vorm bedacht:
waterstofdioxide, platentektoniek
mechaniekloos, pantoffeldier
avant-la-lettre
avant-la-lettre
Maar bij gebrek aan onderwerp
bedacht het woord zich
net op tijd
Het wachtte
een dag of zes
tot de dingen er waren, tijd
en strijd om de dingen
Zo zat het woord toevallig
op de tong van een chimpansee
die bronstig naar een wijfje staarde
Speeksel deed het woord bruisen
als aspirien, aap slikte van schrik
Het woord had een bloedbaan gevonden
en zou nooit meer uit de aap gaan
dan als opgewarmde lucht
aus: De achterkant van flatgebouwen
Antwerpen: De Bezige Bij, 2011
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
[Zuzeiten der Nochniemalszeit]
deutsch
Zuzeiten der Nochniemalszeit
niemals nie
nie mehr
wollte das Wort beginnen
Es atmete tief ein, während es
sich eine Form überlegte
Wasserstoffdioxyd, Plattentektonik
nichtmotorisch, Pantoffeltierchen
avant-la-lettre
avant-la-lettre
Doch mangels Gegenstand
überlegte das Wort
es sich rechtzeitig anders
Es wartete
so ungefähr sechs Tage
bis alle Dinge da waren, nebst Zeit
und Streit um die Dinge
So saß das Wort einmal zufällig
auf eines Schimpansen Zunge
der brünstig ein Weibchen anstarrte
Speichel ließ das Wort brausen
wie Aspirin, Affe schluckte vor Schreck
Das Wort hatte eine Blutbahn gefunden
es würde den Affen nie mehr verlassen
außer als warmer Atem
Honda Asimo
niederländisch | Reinout Verbeke
De handleiding zegt dat je humanoid bent
dat je me in bed zult tillen
de deur openmaakt voor
bezoek, mijn zakdoek raapt
me vasthoudt
Volg me langzaam tot op de gang
tot in de eetzaal, tot in de kleine
witte kamer die ik ben
Hou daar pas mee op
tot ik de schroefbladen tussen je schouders
verwar met haar zuchten, de buzzer in je buik
met haar schoot. Spiegel me voor hoe zij was,
hoe zij destijds de deur
mijn zakdoek
mij
Wees, word, herinner me
Kom met je batterijen hart
naast me liggen
dat ik je een paar heel
dierlijke dingen leer
en kir kir kir dat het een lust is
aus: De achterkant van flatgebouwen
Antwerpen: De Bezige Bij, 2011
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
Honda Asimo
deutsch
Das Handbuch sagt, du bist humanoid
wirst mich ins Bett bringen
Besuchern die Tür aufmachen
mein Taschentuch aufheben
mich festhalten
Folge mir langsam in den Flur
in den Speisesaal , bis in das kleine
weiße Zimmer, das ich bin
Hör erst damit auf,
wenn ich das Gebläse auf deinem Rücken
mit ihrem Seufzen verwechsle, das Summen in deinem Bauch
mit ihrem Schoß. Gaukle mir vor, wie sie war
wie sie damals die Tür
mein Taschentuch
mich
Sei, werde, erinnere mich
Mit deinem elektrischen Herz
leg dich jetzt neben mich,
dass ich dir einige höchst
animalische Dinge beibringe
und schnurr, schnurr, schnurr, dass es eine Lust ist
Het geluid van het gedicht
niederländisch | Reinout Verbeke
Het geluid van het gedicht
is het geluid van andere vogels
van andere dieren, andere machinerieën
Het geluid van het gedicht
is de Australische liervogel
die twee eksters nadoet een gele mus
die zijn jongen voedt een parkiet
in de vlucht een digitale reflexcamera
een autoalarm
Het geluid van het gedicht
is de liervogel die een hydraulische ram
imiteert het gefluit van de werkman
de kettingzaag die zich
een weg baant, een boom
die valt
Het geluid van het gedicht
is de liervogel die de dood
op zijn stembanden heeft gezet
aus: De achterkant van flatgebouwen
Antwerpen: De Bezige Bij, 2011
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
Der Laut des Gedichts
deutsch
Der Laut des Gedichts
ist der Laut anderer Vögel
anderer Tiere, anderer Arten Maschinen
Der Laut des Gedichts
ist der australische Leierschwanz,
der zwei Elstern nachahmt, einen Gelbsperling
der seine Jungen füttert, einen Sittich
im Flug, eine digitale Reflexkamera
einen Alarmruf
Der Laut des Gedichts
ist der Leierschwanz, der einen Hydraulikzylinder
imitiert, das Pfeifen des Arbeiters
die Kettensäge, die sich
ihren Weg bahnt, einen umfall’nden
Baum
Der Laut des Gedichts
ist der Leierschwanz, der den Tod
auf seinen Stimmbändern bannt
Net voor de grasmachine
niederländisch | Reinout Verbeke
De dingen rekken tot ze springen
maar een elastiek blijft stuk
een elastiek, een rotvlieg
een rotvlieg, een grasveld
een grasveld
Zie de zomer groeien
hij stuurt zijn wespen
om in de droom te prikken
dat het woord ons vacuüm verpakt
Taal is ons mooiste verraad
want het woord verkruimelt op vrijdag
tot twee adjectieven in nat gras
En jij
opgespannen als ik
wij gaan in hun lege plekken liggen
aus: De achterkant van flatgebouwen
Antwerpen: De Bezige Bij, 2011
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
Kurz vor dem Rasenmäher
deutsch
Die Dinge dehnen, bis sie springen,
jedoch ein Gummi will nicht gehen
ein Gummi, eine Scheiß-Fliege
eine Scheiß-Fliege, eine Wiese
eine Wiese
Sieh, wie der Sommer schwillt
er schickt seine Wespen
uns aus dem Traum zu zwicken
dass das Wort uns vakuumverpackt
Sprache – unser schönster Verrat
denn das Wort zerbröselt am Freitag
zu zwei Adjektiven in nassem Gras
Und du
angespannt so wie ich
wir wälzen uns in den Leerstellen
De val van ikaros
niederländisch | Reinout Verbeke
Vader fladdert angstig veertjes van zoon achterna
volgt zijn spoor dat zienderogen vervliegt
(Het verhaal zoals het ging:
vader vloog ganzenveren achterna
geslepen zijn ze, kerven lucht ballpointblauw
Vader raakte in vervoering werd bevangen trapte op zijn adem
Van oceaanwater liep even later zijn mond
over. Het gaf een hoogsteigen gegorgel!
Ikaros hees zich toen proestend uit het taalbad, maakte zich
uit de voeten wreef zijn gladde torso droog)
Schijnval
Ikaros is een kunstspringer
zijn val
een
salto
(met
dubbele
schroef)
Nine point four, nine point six, nine point eight,…
aus: De achterkant van flatgebouwen
Antwerpen: De Bezige Bij, 2011
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
Der Sturz des Ikarus
deutsch
Vater flattert ängstlich Federn des Sohns hinterher
folgt seiner Spur, die vor seinen Augen verfliegt
(Dies ist die Geschichte:
Vater flog Gänsekielen hinterher,
scharfkantig sind sie, durchschneiden die Luft kuliblau
Vater war hingerissen, wurde befangen, ‘s verschlug ihm den Atem
Kurz darauf schäumte Meerwasser in seinem Mund.
Es gab ein höchst seltsames Gurgeln!
Empor aus dem Sprachpool kam Ikarus, prustend, und ging davon
sich die haarlose Brust trocknend)
Kein Sturz
Ikarus ist Kunstspringer
sein Sturz
ein
Salto
(mit
doppelter
Schraube)
Nine point four, nine point six, nine point eight…
De achterkant van flatgebouwen
niederländisch | Reinout Verbeke
Aan de achterkant van flatgebouwen
liggen opengepikte vuilniszakken
worden borsten aan de zon gegeven
hebben geliefden ruwer lief. Geen flaneren
geen plezierboten. Op het achterbalkon
ebben we naar het zijn van de zee
Aan de achterkant van flatgebouwen
trekken wolken als zeewier
halvelings aan ons vissenoog voorbij
Hier geldt deining van altijd dezelfde gordijnen
Hier waak ik over mijn kind dat in de kamer
naar haar eerste klanken hapt
Aan de achterkant van flatgebouwen
heerst wederzijdsheid van kijken, loeren
we elkaar uit het koraal. We vinden er
onze vinnen als vanouds
aus: De achterkant van flatgebouwen
Antwerpen: De Bezige Bij , 2011
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
Auf dem Hinterhof von Mietskasernen
deutsch
Auf dem Hinterhof von Mietskasernen
liegen aufgepickte Müllsacke herum
gieren Brüste der Sonne entgegen
wird die Liebe härter betrieben. Kein Spazieren
keine Freizeitboote. Auf dem hintren Balkon
ebben wir entgegen dem Wesen der See
Auf dem Hinterhof von Mietskasernen
ziehen Wolken wie Seetang
kaum bemerkt an unserem Fischaug‘ vorbei
Hier herrscht das Rauschen immer derselben Gardinen
Hier sorge ich für mein Kind, das hier im Zimmer
nach sein’n ersten Lauten schnappt
Auf dem Hinterhof von Mietskasernen
schaut einer beim anderen herein, locken
wir uns aus den Korallen. Dort liegen
noch unsre Flossen von früher
Scrabble
niederländisch | Reinout Verbeke
Voor Maurien
Ruil je naam voor een handvol blanco letters
Snoer de vierkante taal waaruit je ontstond
dicht en zoek je nooit voltooide vorm
Verzet je tegen de letter. Wantrouw woordwaarde
Schaaf je aan de wereld. Hou van het dier, van het ding
Hou van mij. Negeer imperatieven
Wie denkt een kind tot het zijne te maken
ziet niet hoe het kantelt en wint
Een kind woelt een vader om
tot nooit nog dezelfde man
aus: De achterkant van flatgebouwen
Antwerpen: De Bezige Bij, 2011
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
Scrabble
deutsch
Für Maurien
Tausch deinen Namen für ein paar blanko Buchstaben
Leg die berechnete Sprache, aus der du entstandst
weg und such deine unendliche Form
Widersetz dich dem Buchstaben. Misstrau Wortwerten
Reib dich an der Welt. Liebe das Tier und das Ding
Liebe mich. Ignorier Imperative
Wer glaubt, ein Kind ganz zum Seinen zu machen
sieht nicht, wie es umgekehrt siegt
Ein Kind krempelt den Vater um
macht ihn zum ganz anderen Mann
REPLAY VALUE
niederländisch | Mark Boog
De replay value van het leven is gelukkig laag.
Almaar ploegen om de volgende dag het land
onaangedaan te vinden, dat zou niet leuk zijn.
Het is de bedoeling dat we zaaien, zaaien.
Oogsten. Zelfs mislukt is de oogst een verhaal,
en eetbaar. Vertel! Vuur brandt in de haard.
Laag de rook. Schaar ons rond de zware tafel.
‘Mij overkwam.’ ‘Geen nood, het is normaal.’
De toekomst! Vlucht! Maar hij komt, en komt
met vuur en vlagvertoon. Een hemel vol
drakenruiters, woedende goden, storm,
een leger. De loopgraaf lijkt ineens ondiep.
Dus zo is het. Morgen is alles anders, natuurlijk.
Kijk: er waren gevoelens in het spel,
en ambities, en drempels. Ooit zul je het
begrijpen. De foto’s zijn mooier dan ik dacht.
aus: Maar zingend
Amsterdam: Uitgeverij Cossee, 2012
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
Wiederspielwert
deutsch
Der Wiederspielwert des Lebens ist glücklicherweise gering.
Immer nur pflügen, um am folgenden Tag das Feld
unberührt vorzufinden, das wäre nicht schön.
Es geht darum, zu sähen, zu sähen. Zu sähen.
Ernten. Selbst misslungen ist die Ernte eine Geschichte und
essbar. Erzähl! Feuer brennt im Kamin.
Tief hängt der Rauch. Ruf uns um den schweren Tisch.
„Was mir passiert ist...“ „Nicht schlimm, das ist normal.“
Die Zukunft! Flieh! Doch sie kommt, und kommt brennend,
mit wehenden Fahnen. Ein Himmel voller
Drachenreiter, wütender Götter, voll Sturm,
einer Armee. Der Schützengraben ist auf einmal nicht tief.
So also ist es. Morgen ist alles anders, natürlich.
Schau: Es waren Gefühle im Spiel
und Wünsche -und Hürden. Einmal wirst du es
begreifen. Die Fotos sind schöner, als ich dachte.
HET VOLMAAKTE
niederländisch | Mark Boog
Het volmaakte geluk,
waaraan slechts duur ontbrak,
dat onvolmaakt was,
schoot door het huis, gilde,
baande zich een weg naar de deur, brak uit
en zette alles, de heldere morgen,
op ontkiemen.
Het was lente, en het was vroeg, en jij
was dan de mooiste.
Vogels zogen zich vol van de muziek
die ergens vandaan kwam.
aus: Maar zingend
Amsterdam: Uitgeverij Cossee, 2012
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
Das Vollkommene
deutsch
Das vollkommene Glück,
dem nur Dauer fehlte,
das unvollkommen war,
stob durch das Haus, brüllte,
bahnt‘ sich einen Weg bis zur Tür, brach aus,
und bracht alles, den strahlenden Morgen,
zum Blühen.
Frühling war es, jung noch der Tag, und du
dann die Schönste.
Vögel saugten sich voll mit Musik,
die irgendwo herkam.
NIET
niederländisch | Mark Boog
Elkaar dan niet te kennen,
ineens. Of al heel lang: altijd.
Niet, het gaat hier om niet.
Sommigen zeggen dat dat,
precies dat, het essentiële moment is,
het moment ‘niet’,
dat het daarom gaat.
Maar dat is wat sommigen doen: praten,
altijd maar praten.
Muziek in een lift.
Hadden ze gelijk, ze zouden zwijgen.
aus: Maar zingend
Amsterdam: Uitgeverij Cossee, 2012
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
Nicht
deutsch
Einander dann nicht mehr zu kennen,
auf einmal. Oder sehr lang schon: schon immer.
Nicht, es geht hier um Nicht.
Manche sagen, dass das,
genau das, der wesentliche Moment ist,
der Moment „Nicht“,
darum ginge es.
Doch das ist, was manche halt tun: reden,
immer nur reden.
Musik im Fahrstuhl.
Hätten sie recht, würden sie schweigen.
ZINLOOSHEID
niederländisch | Mark Boog
De zinloosheid bespeelt de dag zoals de bijl het bos.
De uren vallen gretig. Hiervan de zin is de muziek.
Meeslepend is het ritme, traag, het doet ons wiegen;
traag, vrijwel onhoorbaar, is de melodie die ons omvat.
Wat wij kunnen: meeneuriën, nors voor ons uitkijken,
energiek of juist bedremmeld protesteren – maar achter alles
zingt de zinloosheid haar kalme, onopvallende lied,
dat elke stilte die we laten vallen onverdraaglijk maakt.
Niet mooi is die muziek! Maar zo groot onze hang naar schoonheid:
willoos laten we ons grijpen. We zullen vallen als de uren.
aus: De encyclopedie van de grote woorden
Amsterdam: Uitgeverij Cossee, 2005
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
Sinnlosigkeit
deutsch
Die Sinnlosigkeit beherrscht den Tag wie das Beil den Wald.
Die Stunden vergehen begierig. Der Sinn von all dem ist die Musik.
Mitreißend ist der Rhythmus, sacht, in dem wir uns wiegen;
sacht, fast unhörbar, die Melodie, die uns umgibt.
Was wir können: mitsummen, barsch vor uns hin starren,
entschieden oder verdattert grad‘ protestieren – hinter allem jedoch
singt die Sinnlosigkeit ihr ruhiges, unauffälliges Lied,
das jeden vergeh’nden Moment unseres Schweigens ganz unerträglich macht.
Nicht schön ist diese Musik! Doch so groß unser Hang zur Schönheit:
willenlos lassen wir uns ergreifen. Wir werden vergehen wie die Stunden.
ONGELUK
niederländisch | Mark Boog
Men kan de kleine hoeken onderscheiden
van de grote, maar opgeteld: 360°.
Rond te zien is zinloos, zoals alles,
maar het brengt tenminste kennis.
Het troost, te weten waar het ongeluk
vandaan kwam, het pad te kennen
dat het volgde, te zien de aarzelingen
in zijn opmars, vastbesloten toch.
Verlicht het ongeluk, richt alle lampen
op het onheil. Plaats verklarende borden,
kanttekeningen, reconstrueer details,
ontsluier alles. De grootheid van het ongeluk
zit in zijn diepgang, in zijn traag en
onverstoord bewegen, dat toevallig lijkt.
aus: De encyclopedie van de grote woorden
Amsterdam: Uitgeverij Cossee, 2005
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
Unglück
deutsch
Man kann die kleinen Winkel von den großen
unterscheiden, die Summe aber bleibt: 360°.
Um sich herumzuspähen ist sinnlos, wie alles,
doch bringt es zumindest Erkenntnis.
Es tröstet, den Grund des Unglücks
zu kennen, den Weg nachzuvollziehen,
dem es folgte, das Zögern auf seinem Vormarsch,
träge und dennoch entschlossen.
Lindre das Unglück, richt alle Lampen
auf das Unheil. Stell Warnzeichen auf,
such Erklärungen, rekonstruiere Details,
entschleiere alles. Die Größe des Unglücks
liegt in seinem Tiefgang, seiner langsam-
ungestörten Bewegung, die wie zufällig wirkt.
LUST
niederländisch | Mark Boog
Te verslinden. Handenvol, monden.
Te bijten, zuigen, scheuren.
Zich te verzadigen, zich grommend te vergeten,
zich aan de gulzigheid te geven als een sneeuwvlok aan de zon.
Het vlees verlangt het, van de botten gerukt te worden,
de gaten schreeuwen erom: vul!
Alles dient gebruikt, zindert,
ongeduldig wachtend op zijn beurt, zich niet ontziend,
zich dringend op de voorgrond, zich.
Slaap verslaat tevredenheid als eeuwigheid het einde –
we drijven af weer, nacht en ontij tegemoet.
aus: De encyclopedie van de grote woorden
Amsterdam: Uitgeverij Cossee, 2005
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
Lust
deutsch
Zu verschlingen. Händevoll, Münder.
Zu beißen, zu saugen, zerfetzen.
Sich einzuverleiben, sich knurrend zu vergessen,
sich der Gier hinzugeben wie eine Schneeflocke der Sonne.
Das Fleisch schreit danach, von den Knochen gerissen zu werden,
alle Öffnungen flehen: Stopf mich!
Alles muss eingesetzt werden, erzittert,
ungeduldig, an die Reihe zu kommen, sich nicht schonend,
sich in den Vordergrund drängend, sich.
Schlaf übermannt Zufriedenheit wie Ewigkeit das Ende –
Wir treiben davon, Nacht und Unbill entgegen.
LIEFDE
niederländisch | Mark Boog
De lucht ligt als een blok op het land,
onzichtbaar en massief.
Je gaat gekleed in de kleur van je haar,
in je ogen, je passen en je woorden.
Je bent hier en elders. Ik draag je me na
en huiver. Je bent te groot misschien,
of te dichtbij. Je onbereikbaarheid
is onvergeeflijk. Kon ik een vogel zijn –
maar de nauwkeurigheid ontbreekt me
zoals het vertrouwen. Ik kijk naar je
en huiver. Spreek me aan, want ik zwijg,
verdraag mijn wurggreep, verdraag
de onbeholpenheid, verdraag mij, liefde.
aus: De encyclopedie van de grote woorden
Amsterdam: Uitgeverij Cossee, 2005
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
Liebe
deutsch
Die Luft liegt wie ein Klotz auf dem Land,
unsichtbar und massiv.
Du, gekleidet in den Ton deines Haars,
in deine Augen, die Schritte, die Worte.
Du bist hier und woanders. Ich trag dich eng an mir
und schaudre. Du bist zu groß, vielleicht,
oder zu nah. Deine Unerreichbarkeit :
unverzeihlich. Wär ich ein Vogel, dann–
doch die Treffsicherheit fehlt mir
wie auch das Vertrauen. Ich sehe dich an
und schaudre. Sprich zu mir, denn ich schweige,
ertrag meinen Würgegriff, meine
Unbeholfenheit, ertrage mich, Liebe.
HOOP
niederländisch | Mark Boog
De hoop, een krijtwit kind dat lacht,
wordt op de rug gedragen.
Blijmoedig sjouwen we het rond.
Dan groeit het op. De kramp
schiet in de schouders, voeten
komen amper van de grond. Nog lachen we.
‘Vort,’ roept de hoop. ‘Hu.’ De wortel aan het touw,
beschimmeld nu, zwaait vrolijk heen en weer.
Gezegend zijn de oogkleppen die onze blikken richten.
Toch is aankomst onvermijdelijk.
We zakken op de knieën, laten los.
Slacht eerst ons, smeken we,
maar dan ook haar. We wijzen op de hoop.
De rover knikt begrijpend, laat zich
door de hoop – een kind – beklimmen, gaat zijn weg.
aus: De encyclopedie van de grote woorden
Amsterdam: Uitgeverij Cossee, 2005
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
Hoffnung
deutsch
Die Hoffnung, ein lichthelles Kind, welches lacht,
wird auf dem Rücken getragen.
Frohgemut schleppen wir es herum.
Doch dann wächst es. Die Schultern
verkrampfen, die Füße
kommen kaum noch vom Boden. Noch lachen wir.
„Hüh!“, ruft die Hoffnung und schnalzt. Die Möhre am Ende der Stange,
schon angeschimmelt jetzt, wedelt keck vor uns her.
Gesegnet die Scheuklappen, die unseren Blick dirigieren.
Trotzdem: Das Ziel unserer Reise, es naht.
Wir gehen in die Knie, lassen los.
Schlacht zuerst uns, flehen wir
doch dann auch sie, weisend zur Hoffnung.
Verständnisvoll nickt der Räuber, lässt sich
von der Hoffnung – einem Kind noch – besteigen und geht davon.
JE WERVELT WEG
niederländisch | Mark Boog
Je wervelt weg. De muren zijn verdwenen.
Van een stofwolk ben je amper meer te onderscheiden.
Het dreunen, dat nog nagalmt, en het langzaam
liggen gaan van opgeworpen stof. Niets blijft over.
Bijna niets. Een tafel, mooi gedekt, in de woestijn.
Je zit eraan, je bent niet weg. De glazen glanzen.
Maar je staat op. De zon die brandt, het zand dat zengt,
je beeld dat trilt. Je weggaan is het mooiste dat ik zag,
want het is hoger dan de zon om twaalf uur
en eenzamer dan ik. Er rest ons streven naar herhaling.
aus: Luid overigens de noodklok
Amsterdam: Uitgeverij Cossee, 2003
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
Du wirbelst davon
deutsch
Du wirbelst davon. Die Wände: verschwunden.
Von einer Staubwolke, du: kaum mehr zu unterscheiden.
Das noch nachhallende Dröhnen und das langsam
sich Senken des aufgewirbelten Staubs. Nichts bleibt übrig.
Fast nichts. Ein Tisch, hübsch gedeckt, in der Wüste.
Du sitzt daran, du bist nicht fort. Die Gläser glänzen.
Doch du stehst auf. Die brennende Sonne, der sengende Sand,
dein Bild, das bebt. Dein Weggehen: das schönste, was ich je sah,
denn es ist höher als die Sonne um zwölf
und einsamer als ich. Was uns bleibt: Streben nach Wiederholung.
MAAR HET BROEIT
niederländisch | Mark Boog
Maar het broeit. Onvrede nestelt zich
en wordt onrustig, gaat op pad –
een slingerpad. Het wringt zich
tussen wegen, dringt ze uit elkaar.
Explosie, die zich uit slechts in het staren
van de ogen en het krampen van de handen,
meer gevreesd dan doorgemaakt. – Er
moet gedaan. Er wordt gedaan. Het helpt.
Eens overleefd, in een veranderd huis,
herkennen wij ons niet.
(Verdraag me ook nog nu, zoals ik ben.)
Ik onderdruk mij ingespannen, als beloofd.
aus: Luid overigens de noodklok
Amsterdam: Uitgeverij Cossee, 2003
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
Doch es gärt
deutsch
Doch es gärt. Unmut setzt sich fest
und wird unruhig, macht sich auf den Weg –
einen verschlungenen Pfad. Etwas zwängt sich
zwischen die Wege, drängt sie auseinander.
Detonation, sich äußernd bloß in dem Starren
der Augen und Zusammenkrampfen der Hände,
mehr gefürchtet als wirklich erlebt. – Es
muss was geschehen. Es geschieht was. Es hilft.
Überlebt habend, in einem veränderten Haus,
erkennen wir uns nicht wieder.
(Ertrag mich auch jetzt noch, so wie ich bin.)
Ich halt mich zurück, angespannt, wie versprochen.
ZO ZONDER ZORGEN ZITTEN WIJ
niederländisch | Mark Boog
Zo zonder zorgen zitten wij,
dit huis tot toevluchtsoord makend,
de vogels buiten (vleesgeworden zorgen)
met een half oog volgend,
dat het lijkt alsof het zijn moet –
dat het onwaar is, waarover niet eens
de degens gekruist behoeven te worden,
betekent nog niet dat het zijn mág.
Wel betekent het dat we hier zitten,
en dat de vogels vliegen zoals vogels doen,
en dat niets tastbaars ons geluk in de weg staat.
aus: Zo helder zagen we het zelden
Amsterdam: Uitgeverij Cossee, 2002
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
Ganz ohne Sorgen sitzen wir
deutsch
Ganz ohne Sorgen sitzen wir,
das Haus zum Zufluchtsort machend,
den Vögeln draußen (Fleisch gewordenen Sorgen)
mit halbem Aug‘ folgend,
wodurch es scheint, als müsst‘ es so sein
dass es nicht wahr ist (worüber nicht mal
edel gesittet zu streiten sich lohnt)
bedeutet noch nicht, dass es sein darf.
Jedoch: Es bedeutet, dass wir hier sitzen,
dass Vögel fliegen, wie Vögel es tun,
und dass nichts Greifbares unserem Glück hier im Weg steht.
WATER, ASPIRINE, JOU
niederländisch | Mark Boog
Water, aspirine, jou. De zon brandt!
De wind slaat gaten in het loof!
Er klemt! De tijd tikt kraaiend
op de trommelvliezen!
En breng me, als je toch
bezig bent, een eeuwige duisternis
en een stilte van heb-ik-jou-daar.
Wikkel me in en laat me liggen.
En vraag me dagelijks wat ik wil.
Sta schaars belicht in de deuropening.
aus: Zo helder zagen we het zelden
Amsterdam: Uitgeverij Cossee , 2002
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
Wasser, Aspirin, du
deutsch
Wasser, Aspirin, du. Die Sonne brennt!
Der Wind treibt Löcher in das Laub!
Etwas klemmt! Die Zeit tickt quälend
Auf den Trommelfellen!
Und bring mir, wenn du schon
dabei bist, eine ewige Finsternis
und eine gewaltige Stille.
Wickle mich ein und lass mich so liegen.
Und frag mich jeden Tag, was ich will.
Steh spärlich beleuchtet in der Tür.
KLEIN HUIS
niederländisch | Mark Boog
Klein huis, maar gooi er eens een bal doorheen
en het wordt groot. Zie al die meters,
zijn ze niet van ons? En slenter eens alsof
je niet weet waar je heen gaat: ruimte rekt
zich geeuwend uit tussen de muren. Zie:
het dwalen dat de kamers met elkaar
verbindt is witgeverfd. Er is een trap,
een kapstok in een kast, wat deuren. Als
een landweg zo toevallig ligt het, doel
en startpunt bij de weg gezocht in plaats
van omgekeerd, zo lijkt het. Als je brood
haalt en weer terugkomt zul je zien dat we
een picknick kunnen houden. Snel, ga nu!
Het krimpen kan onmogelijk ver weg zijn.
aus: Alsof er iets gebeurt
Amsterdam: Meulenhoff , 2000
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012
Kleines Haus
deutsch
Kleines Haus, doch wirf einen Ball hindurch
und du siehst: Es wird groß -all die Meter,
gehören sie nicht uns? Und schlendre einmal
ziellos, ganz ziellos umher: Raum erstreckt
sich gähnend zwischen den Wänden. Sieh:
das Irren, das die Räume verbindet,
ist weiß gestrichen. Es gibt eine Treppe,
eine Schrankgarderobe – und Türen. Wie
ein Feldweg so zufällig liegt es da, Ziel-
und Startpunkt passend zum Weg anstatt
umgekehrt, ja so scheint es. Wenn du Brot
holst und wieder zurückkommst, wirst du sehen,
dass wir picknicken können. Schnell, geh jetzt!
Bis zum Schrumpfen kann es nicht mehr lang hin sein.