Tom Van de Voorde
Ons
Ons
Ik wil een tentoonstelling maken
met als titel Female Abstraction
Aan Chris Kraus vraag ik
om de catalogus te schrijven en iets
te komen vertellen op de vernissage
De eerste zaal is smal en lang
en hangt vol kleine werkjes
Een paar van Marthe Donas
eentje van Sonia Delaunay
van de tijd dat ze nog Terk heette
en ook van andere Russische vrouwen
Alexandra Exter, Natalja Gontsjarova,
Ljoebov Popova, Olga Rozanova, etc.
Na die zaal is een ruimte gewijd
aan de schilderijen van Joan Mitchell
Daarachter is een grote hal die vol ligt
met bloedrode panelen van Marthe Wéry
heel dicht bij elkaar op de grond
zodat bijna niemand er tussen kan lopen
Zij die dat wel doen verras ik
in de ruimte erna met tekeningen van
Nasreen Mohamedi en Agnes Martin
Wie hun lijnen volgt komt
in een zijkamertje terecht
met sculpturen van Lygia Clark
en in een ander aquarellen van Etel Adnan.
In het volgende vertrek hangt een reusachtig
schilderij van Helen Frankenthaler
De meeste mensen stoppen hier
en keren terug naar huis
waar ze iedereen vertellen
wat ze nu nog niet weten
Wie toch doorloopt komt in een ruimte
waar muziek van Sofia Gubaidelina klinkt
maar helemaal niets is te zien
omdat het zo donker is
door de gitzwarte gordijnen
die Lili Dujourie gemaakt heeft
Je doet er vanzelf je schoenen uit
en loopt barrevoets verder
Op de grond liggen tapijten
Turkmeense en Afghaanse
vol slijtsporen van jarenlang knielen
Als je het koud krijgt zijn er dekens
geweven door berbervrouwen
en uitgerafeld door Ani Albers
om beter te kunnen bidden
Mannen die hun moeders missen
komen er elkaar stiekem omhelzen
en briefjes toeschuiven
met handgeschreven gedichten van
Ariana, Athena, Ida en Monika
In de voorlaatste zaal hang ik
het laatste werk van Ilse D'Hollander
en op de grond ligt een door Mary Temple
geschilderde schaduw van een boom
De tentoonstelling eindigt in een ruimte
toegeschreven aan Lilly Reich
Er staan geen muren enkel glazen wanden
ook wel vliesgevels genoemd
Ze kijken uit op bomen in de herfst
de laatste week van oktober
als er nog bladeren hangen en de zon
een laatste maal schijnt
voor het lang weer donker wordt
Eiken, beuken, esdoorns en platanen
Ik vraag Ann Veronica Janssens
om met haar hamer langs te komen
en alle ramen te doen barsten
In het midden van de kamer
staat een zwart-lederen bankje
van Florence Knoll, net groot genoeg
voor twee personen, jij en ik
We zitten er uren en praten over ons