Peter Verhelst
Nihil...(Alaska revisited) – ik-vertering
Nihil...(Alaska revisited) – ik-vertering
op een dag, toen ik mezelf even uit het oog had verloren, kwam ik
voor de eigen voeten aangerold, een bol roet, tot ontkieming geslagen
broedsel* waaruit haarscheuten als armpjes oprukten, alle richtingen uit –
tot de enkels de grond in getrokken en tegelijk de lucht in, aan vingernagels
en haren, aan oksels en nek, een gistende, uitlopende bloembol –
alsof ik ooit vruchtbeginsel in gedachten had gehad – jarenlang
had ik in de tuin walnoten gekraakt onder de hiel en gekeken,
het witte denkende vlees
van bloemkool proberen te vatten of knijpend in een peer
die mij smeltend en zuchtend bezocht, gelijkenissen proberen te vinden,
de knisperende ophoping beluisterd van zetmeel in een aardappel – dat volstond,
omdat het vergaat, stelde ik mezelf gerust, waarna ik toekeek
hoe moeras rond de voeten opborrelde als rond de voeten van wie eraan wil
denken; de wil (= een zwarte plas, omgewoeld tot modder waarin wij ons
wentelen als planeten, waarna de zon het werk doet, de korstige jas
waarin we ons rollen,
waarmee we op stap gaan: een harige bol die zichzelf de heuvel op rolt
om de heuvel aan de andere kant af te rollen en omgekeerd en ondertussen
in gezangen** open te barsten, maar vergeefs, alsof we onszelf definiëren,
onze eigen naam neuriën terwijl we over de emmer hangen als een hemd
over een spiegel) ik herhaal: de wil (n)iemand te ontmoeten is de wil
(niet) gedragen te worden, even onherroepelijk lachwekkend als de alpenhoorn
die uitbundig door de sneeuwstorm wordt bespeeld, tegen dezelfde storm in
staat te loeien, met andere woorden: mezelf de voeten afgeknipt, de handen
afgeknaagd, de tong afgebeten, maar alles groeide opnieuw aan alsof
het sterker was;
daarom heb ik beslist vanaf nu (niet langer) te beslissen
(niet langer) het denken (niet) toe te laten als vegetatieve levensvorm, de boom in
elk geval te zien als een kleerhanger of als schouders of als een plank
die mijn hoofd keer op keer ontvangt als een specht – zoals de vogel
die naar de wolk opklimt een wonde in de wolk pikt en valt – voorover te buigen,
het hoofd tussen de knieën, achterover te vallen, neer te komen en te rollen:
door slijk, over keien, onder de uitzinnige zon, door sneeuw, regen, heuvel op,
heuvel af, berg op, berg af, om (n)ergens terecht te komen, eindelijk (n)ergens te
(moeten) aarden,
maar niet getreurd: ik lag altijd buiten mezelf, buiten adem
onder een jagende hemel
terwijl een vogel inderdaad opklom en in de wolken pikte: het welde
boven me op
als uit een paarse vrucht of uit een vrouw, het sijpelde neer,
kwam over me heen,
gutste van me af, doordrenkte me: elke dag en nacht drijf ik erin rond,
tot bol gekneed
wit vlees dat zichzelf veelarmig en uit alle macht leeg probeert
te knijpen
– omwolkt door blauwe, dradige letters, woorden, zin(loze)nen, tot
rafels verscheurde
boeken – in een poging zichzelf te verspillen, elke dag en
nacht opnieuw, terwijl ik
weet dat het 's ochtends als zweet op mijn gezicht ligt, me overeind jaagt,
de plank als een kleerhanger in mijn jas, de rechtervoet achter
de linkervoet,
herhaal: voorover te buigen, hoofd tussen de knieën, achterover te
vallen, neer te komen en te rollen, onophoudelijk, heuvel op, heuvel af,
juichend, zingend**bis,
terwijl ik de vogel hoor klimmen, en ik niet ophoud met
rollen, achterwaarts,
van mijn eigen voeten weg, tot ik de vogel niet langer
hoor en het sijpelen aanvangt
en de regen de sporen dicht begint te wrijven, in de tijd terug, tegen de
keer in,
de ogen dicht, de neus dicht, de oren dicht, de navel dicht, de aars dicht,
en ten slotte
de mond dicht nadat ik mezelf erin heb teruggemept, -geschopt,
-geranseld,
als in de zwijgende, bodemloze mond van een eindelijk zichzelf
opslokkende
en eindelijk zichzelf verterend(e) vrouw / moeras /
afgrond / kut / heelal.
*
gezwel
** **bis
nihil memini (ik herinner me niets nihil memini
non mundum niet de wereld non mundum
nihil ad me refert mundus de wereld zegt me niets nihil ad me refert mundus
assidue mihi effluunt voces uit me stromen woorden assidue mihi effluunt voces
noli reminisci eas vergeet ze noli reminisci eas
nemo mei meminerit ik wil door niemand herinnerd worden) nemo mei meminerit