Veronika Kivisilla

locking up my bike in front of the store
a babbling drunk approached me
I wanted to withdraw
but he said
listen
you forgot
to pat your steed after the ride
I was startled but obeyed
pat-pat-pat
went my hand on the seat

approval flashed in the drunk’s eyes:
listen
you’re young and pretty
but don’t you go
sitting on the ground
before spring thunder

I had a sweetheart once

Signe
young and pretty too
but y’see she didn’t listen
and was ugly and ill afore long

I gazed upon the drunk
grey-stubbled face
missing most of his teeth
(though his words weren’t toothless at all)
but his eyes
were long-lashed
handsome blue kind

that drunk had been a little boy once
for whom purses were searched for sweets
people said
what a boy
what eyelashes
like a doll’s
his mother’s pride and joy

too kind unfortunately
I thought as I patted my bike

before the ride
and spurred it on our way
mounting the saddle once more
and speeding off

but the drunk sat down
on the ground in front of the store
long before
the first spring thunder

J’attachais mon vélo devant le magasin
quand un ivrogne s’est approché en jacassant
j’ai voulu reculer
mais il m’a dit
écoute
tu as oublié
de tapoter ton cheval après la course
j’ai eu peur mais je lui ai obéi
tap-tap-tap
a fait ma main sur la selle
dans ses yeux a brillé une lueur d’approbation:
écoute
tu es jeune et belle
mais prends bien garde
de ne pas t’asseoir par terre
avant un orage de printemps
autrefois j’avais une amie
elle aussi jeune et belle
mais elle ne m’a pas écouté
et elle est devenue laide et infirme
j’ai regardé l’ivrogne
son visage mangé par une barbe grise
il lui manquait la plupart de ses dents
(bien que son discours ne manquât pas de mordant)
mais ses yeux
avaient de longs cils
ils étaient beaux et bons et bleus
cet ivrogne avait été jadis un petit garçon
à qui on donnait volontiers des bonbons
et on disait
quel joli garçon
et quels cils
on dirait une poupée
il faisait la fierté et la joie de sa mère
malheureusement il était trop bon
me disais-je avant de repartir
en tapotant mon vélo
en le poussant sur le chemin
en sautant de nouveau en selle
et en me mettant à pédaler à toute vitesse
l’ivrogne quant à lui s’est assis par terre
devant le magasin
longtemps avant
le premier orage du printemps

Toen ik voor de winkel mijn fiets op slot zette
kwam er lallend een dronkaard aanzetten
ik wilde terugdeinzen
maar hij zei me
zeg
je bent vergeten
je ros na de rit een klopje te geven
ik stond versteld, maar gehoorzaamde
pats-pats-pats
deed mijn hand op het zadel
in zijn ogen twinkelde instemming:
zeg
jij bent jong en mooi
maar je moet nooit
vóór het lenteonweer
op de koude grond gaan zitten
ooit had ik een meisje
ook jong en mooi
maar zij gehoorzaamde dus niet
en algauw was ze lelijk en mank
ik keek de dronkaard aan
een gezicht vol grijze stoppels
de meeste tanden ontbraken
(al waren zijn woorden niet tandeloos)
maar zijn ogen waren
met hun lange wimpers
mooi en blauw en goed
ooit was de dronkaard een jochie
dat van iedereen snoepjes kreeg
ze zeiden
wat een ventje
wat een wimpers
net een popje
zijn moeders trots en oogappel
maar helaas te goed
dacht ik toen ik voor de rit
mijn fiets beklopte
op weg hielp
weer in het zadel sprong
en snel wegreed
maar de dronkaard ging
voor de winkel op de grond zitten
ruim voor
het eerste lenteonweer