Daan Doesborgh
[ik droom:]
[ik droom:]
ik droom:
we reizen naar een plek van brood
duiden kerken onderweg
veranderen van uiterlijk
praten over niets
en alles tegelijk
want dat is toch
wat van ons wordt verwacht
als oude vrienden onderweg
het lijkt alsof we reizen
langs huizen vol graven
om een eigen graf te vinden
dat de een dan in een gat kruipt
en de ander zwaaiend opgaat
in toeristen
om even verderop
een eigen deksteen op te lichten
te verdwijnen
en van onderuit een naam
in steen te beitelen
zodat te lezen valt
dat hier, in innerlijke vrede
op het laatste oordeel wacht:
een reisgezel om langzaam te vergeten