Maarten Inghels
BEZOEK NR 12 618
BEZOEK NR 12 618
Het in de kamer stiller maken dan in haar bloed:
de kloppende kever uit de witte muren slaan,
de ontwijkende gordijnen weer in slaap duwen,
de koffie loopt langzaam dood. Zwijgzaamheid
tekent zich in zwarte schaduwen op de muur,
eerst kamelen, wezels, een logge walvis, dan
worden we hazen in hoog gras. We spelen smerige
beesten. En daar in de kamer krijgen haar hersenen
een stem zoals haar bloed spreekt: vanuit de stam
zaait haar liefde zich uit. Ter plaatse trappelend,
want een dode zwartvis ben ik, schokschouderend
en trillend lig ik op bed. Mijn handen zijn gevouwen
in een dwang. Want van wat blind de weg weet in mij;
de eigen rigoureuze liefde als weerwoord, ben ik bang.