Ira Wilhelm 
Translator

on Lyrikline: 26 poems translated

from: الهولندية to: الألمانية

Original

Translation

[Virgula, de nacht dat ik werd bezwangerd]

الهولندية | Sasja Janssen

de nacht dat ik werd bezwangerd, zachtrood was hij,
huilde ik van leven, maar vol van leegte moet ik bedrust
houden en men klopt elke dag mijn kussens op
kamt de pluizige dekens en met hagel wordt het onweer
uit de lucht geschoten, niets mag mijn buik ontrieven,
het enige wat is toegestaan is het schrijven van brieven,
liever nog slapen, half zittend tegen de met groene
stof beklede muur en gouden kringen om de duivel te misleiden
 
ik schrijf je omdat je in mijn ooghoek bungelt
ik schrijf omdat je nooit antwoordt
ik schrijf je omdat je niet van stilstand houdt, net als ik
 
de wind begint heidens te zuigen vanuit het middelpunt
van de kamer, precies boven mijn bed, de luiken kraken
de gordijnen wiegen hun zwaarte, tot een kleine tornado
opstijgt vanuit mijn schoot en als een ballon bolt mijn buik
in de groen en goud ringende bestofte nacht, men wast de lakens
heet en ik ontvang de vroedvrouw die met spelende benen
op het hoge bed komt zitten, men toont ons de bijbel en
ik lach van leven
 
de vroedvrouw klapt in haar handen om mijn ongewone
statistisch onhaalbare status, op de Heilige Schrift na, noemt me
een dochter van Lot en preekt over de ark van Noach
tegen mijn staf maar prikt twee vale dagvlinders met spelden
aan de muur dwars door de gouden ogen, als om mij aan mijn lijden
te herinneren, mijn vrolijkheid verstomt en de nachten
hoewel groen bestoft met gouden kringen worden fluorescerend
en de dagen blijven steken in een vermiljoenen dageraad
 
ik schrijf omdat ik niets kan uitbrengen
ik schrijf omdat de vroedvrouw haar handspade in me steekt
ik schrijf omdat ik me schaam voor mijn boreling
 
een onweersduistere zon kruipt zilver door de kieren
van de luiken, een streep stof danst als korenaren en elke
nacht schept de vroedvrouw naar leegte in mij, en op de achtste
ochtend drijft een priesterwitte wolk groot als een sinaasappel
in het midden van de kamer, precies boven mijn bed, ik blaas
al mijn moederliefde ernaartoe, maar de wolk gaat weigerachtig
heen en weer en blijft middelpuntig hangen, nooit eerder stond
ik er zo alleen voor, de zenuwen suizen door mijn bloedaderen
 
de vroedvrouw beweegt de wolk naar mijn borsten om hem
te zogen, maar meer dan een mistige tepel levert het niet op,
men wordt onrustig en geeft de opdracht te gaan wandelen en
in de zon danst de wolk vlak boven mijn hoofd, zoals jij kunt doen
en bij regen laat hij hagelsteentjes achter op de stoep,
soms fluister ik wolkige taal om hem te paaien, eerst ben ik lichtvoetig
maar algauw worden de wandelingen drukkend, alsof de wolk
samenschoolt met de grotere buitenluchten
 
en als ik bijna knap, steek jij je angel door de wolk, waardoor
hij tegen de bestofte muur uiteenspat, een tongetje van licht
is te zien, een klein gedonder, Virgula, ik weet niets meer,
en weer zwelt mijn buik, ik kan mijn voeten niet meer zien,
weer komt de vroedvrouw met haar spelende benen en handspade,
ze pookt de leegte op en de zwelling wordt enorm, we verwachten het
ergste, een loodzwaar vierkant uit watergrijze lucht gesneden,
verzoek me niet, ik schrijf je in grote ernst, Virgula Virgula.

© Sasja Janssen
from: Virgula
Amsterdam: Querido, 2021
Audio production: Nederlands Letterenfonds

[Virgula, in der Nacht, in der ich geschwängert wurde]

الألمانية

in der Nacht, in der ich geschwängert wurde, schwachrot war er,

weinte ich vor lauter Leben, aber voller Leere muss ich das Bett hüten und man

schüttelt mir täglich die Kopfkissen auf

kämmt die fusseligen Decken und mit Schrothagel wird das Gewitter

vom Himmel geschossen, nichts darf meinen Bauch gefährden

nur Briefe darf ich entwerfen

lieber soll ich schlafen, halb im Sitzen gelehnt an die mit grünem

Stoff bespannte Wand und goldnen Kreisen, um den Teufel zu verwirren

 

ich schreibe dir, weil du mir im Augenwinkel baumelst

ich schreibe, weil du nie antwortest

ich schreibe dir, weil du den Stillstand hasst wie ich

 

der Wind saugt mit Heidenlärm mitten aus

dem Zimmer, direkt über meinem Bett, die Fensterläden quietschen

die Vorhänge wiegen ihre Schwere, bis ein kleiner Tornado

aus meinem Schoße steigt und wie ein Ballon bauscht sich mein Bauch

in grün und golden kreiselnd bezogner Nacht, man wäscht die Laken

heiß und ich empfange die Hebamme, die mit schlenkernden Beinen

sich auf das hohe Bett setzt, man zeigt uns die Bibel und

ich lache vor lauter Leben

 

die Hebamme klatscht in die Hände ob meines ungewöhnlichen

statistisch unerreichbaren Status, mal abgesehen von der Heiligen Schrift, nennt mich

eine Tochter Lots und hält meiner Mannschaft

eine Predigt über die Arche Noah und pinnt dennoch zwei fahle Tagfalter mit Nadeln

an die Wand mitten durch die goldenen Augen, wie um mich an mein Leiden

zu erinnern, meine Fröhlichkeit verstummt und die Nächte

obgleich grün bezogen mit goldnen Kreisen werden fluoreszierend

und die Tage bleiben stecken im zinnoberroten Morgengrauen

 

ich schreibe, weil ich nichts hervorbringen kann

ich schreibe, weil die Hebamme ihren Handspaten in mich steckt

ich schreibe, weil ich mich für mein Ungeborenes schäme

 

eine gewitterverfinsterte Sonne kriecht silbern durch die Spalten

der Fensterläden, ein Staubstreifen tanzt wie eine Kornähre und jede

Nacht schaufelt die Hebamme nach Leere in mir, und am achten

Morgen schwebt eine priesterweiße Wolke, groß wie eine Orange

in der Zimmermitte, direkt über meinem Bett, ich puste

meine ganze Mutterliebe in ihre Richtung, aber die Wolke bewegt sich widerwillig

hin und her und bleibt mittelpunktisch schweben, noch nie vorher

kam ich mir so allein vor, die Nerven brausen durch meine Adern

die Hebamme bewegt die Wolke in Richtung meiner Brüste, um sie

zu stillen, doch mehr als einen vernebelten Nippel bewirkt das nicht

man wird nervös und erteilt den Auftrag, spazieren zu gehen und

in der Sonne tanzt die Wolke direkt über meinem Kopf, wie du das kannst

und bei Regen hinterlässt sie Hagelkörner auf dem Gehweg

manchmal flüstere ich wolkige Sprache, um ihr zu schmeicheln, zuerst bin ich leichtfüßig

aber rasch werden die Spaziergänge bedrückend, als verschwörte die Wolke

sich mit den größeren Himmeln im Freien

 

und als ich fast platze, stichst du deinen Stachel durch die Wolke, wodurch

sie an der staubbedeckten Wand zerplatzt, ein Zünglein aus Licht

taucht auf, ein kleines Donnern, Virgula, ich weiß nichts mehr,

und wieder schwillt mein Bauch, ich kann meine Füße nicht mehr sehen

wieder kommt die Hebamme mit ihren schlenkernden Beinen und dem Handspaten

sie stochert die Leere hervor und die Schwellung wird enorm, wir rechnen mit dem

Schlimmsten, ein bleischweres Viereck, geschnitten aus wassergrauen Himmeln,

ersuche mich nicht, ich schreibe dir in allem Ernst, Virgula Virgula.

Aus dem Niederländischen übersetzt von Ira Wilhelm

[Virgula, als de uren door het plafond vallen]

الهولندية | Sasja Janssen

Virgula,

als de uren door het plafond vallen in de late voorkamer
met uitzicht op de binnentuin met honderden kniehoge planten
en platte judashanden, ze jagen me angst aan

als de uren door het plafond vallen en jij je verschanst onder mijn schrijftafel
en de spiegel sterft in scherven op mijn houten vloer
als de uren door het plafond vallen, ik jou achterlaat, door de opgejaagde
grassen ga en mijn borst bespied in een olieblinkende vijver

ze dobbert naast een lelie die Victoria heet, die bloeit soms wit
en geurt naar ananas, ik vang mijn borst met een vlindernet
zoals de lelie een klein kind met haar blad, die bloeit soms roze

omringd door bomen met schriftelijke namen als zakdoekjesboom,
bitternoot, godenpeer, maar ik heb nu spijt op mijn hand,
waar ze verschrompelt van rog tot zwezerik

dat is de kanker, vraag ik haar, mijn hart steekt en de nacht erop laat ik
de uren knielen maar mijn borst is weg, misschien terug naar de plaats delict

zoals jij altijd doet met mij, waar de nacht ruikt naar appelazijn
waar ze de gordijnen openhouden voor een gebouw met flakkerend oog
aan zijn top, waar een vrouw zonder organen schreeuwt

en op het toilet houdt een man zijn hoofd vast, het jammert om een engel.
en ik ben ingesloten door een gordijn alsof ik me in bed moet douchen
maar de zusters rijden me een spiegel voor

waarin ik mijn borst nooit meer zie en ik ziekwandel in de nacht naar de vijver
waarin ik glijd maar vind steeds mijn lichaam terug op dat toilet met engelenhaar

tot ik Victoria nog een paar keer vertel over haar overwinningen en nederlagen,
de planten kijken me vanuit hun laagte aan, tot ik zie hoe de lelie een kind uitvouwt

en weer niks gezegd wat niet gezegd kon worden zonder borst
in een voorbije voorkamer zonder licht, o Virgula.

© Sasja Janssen
from: Virgula
Amsterdam: Querido, 2021
Audio production: Nederlands Letterenfonds

[Virgula, wenn im späten Wohnzimmer die Stunden durch die Decke fallen]

الألمانية

Virgula, 


wenn im späten Wohnzimmer die Stunden durch die Decke fallen 

mit Blick auf den Innenhof mit Hunderten kniehoher Pflanzen

und flachen Judashänden, sie machen mir Angst 


wenn die Stunden durch die Decke fallen und du dich unter meinem Schreibtisch verschanzt

und auf meinem Holzfußboden der Spiegel stirbt in Scherben

wenn die Stunden durch die Decke fallen, ich dich zurücklasse, durch aufgescheuchte 

Gräser gehe und heimlich meine Brust bespähe in einem ölbeglänzten Teich


sie dümpelt neben einer Lilie, die Victoria heißt, manchmal blüht sie weiß 

und riecht nach Ananas, ich fange meine Brust mit einem Schmetterlingsnetz

wie die Lilie ein Kleinkind mit ihrem Blatt, manchmal blüht sie rosafarben 


umringt von Bäumen mit schriftlichen Namen wie Taschentuchbaum,

Bitternuss, Lotusbaum, mir liegt Bedauern in der Hand

wo sie zusammenschrumpft vom Rochen zur Thymusdrüse


das ist der Krebs, frage ich sie, mein Herz sticht und in der nächsten Nacht lass 

ich die Stunden niederknien, aber meine Brust ist weg, vielleicht zurück zum Tatort 


so wie du es immer bei mir machst, wo die Nacht nach Apfelessig riecht

wo sie die Gardinen offenhalten vor einem Haus mit flackerndem Auge

an der Spitze, wo eine Frau ohne Organe schreit


und auf der Toilette ein Mann sein Haupt umklammert, es weint eines Engels wegen.

und ich bin umschlossen von einem Vorhang, als müsste ich mich im Bett duschen 

aber die Schwestern rollen einen Spiegel herbei


in dem ich meine Brust nie mehr sehe und ich in der Nacht krankenschwanke zum Teich

lass mich hineingleiten, finde aber meinen Körper immer wieder auf jener Toilette mit dem Engelshaar


bis ich Viktoria noch einige Male von ihren Siegen und Niederlagen erzähle,

die Pflanzen betrachten mich aus ihrer Tiefe, bis ich sehe, wie die Lilie ein Kind entfaltet


und wieder ist nichts gesagt, was nicht gesagt werden kann ohne Brust

in einem gewesenen Wohnzimmer ohne Licht, o Virgula.

Aus dem niederländischen von Ira Wilhelm

[Virgula, laat je me hier met dat kot als een sneeuwbol in mijn hand]

الهولندية | Sasja Janssen

laat je me hier met dat kot als een sneeuwbol in mijn hand
klam die kamer en in het midden wijdbeens het bed
op tapijten op bittergele houten vloeren, geen oker,
niets met een k krijgt nog de kans te zieken onder de kroon
over hen gespannen
 
er is een jongen, een meisje met haar maartse vrucht,
ze lachen elkaar de adem af, er bijt vocht, er grijpt lust en jij
duwt me tegen de ramen door kachelwalm geslagen,
een snoeiharde tulp op de schouw, een hartendrie in de spiegelrand,
een kat in een ledikant, ik doe mijn ogen dicht
 
hij komt uit een stad die de zee beledigt, de duinen zwart
aan het water, rookwolken op de golven, maar hier op de achterplaats
tokkelen kippen de idylle door zijn voorvaderen bedacht,
er is een jongen, een meisje voor jou uit zachter grond waar God
niet dood omdat het nog kan
 
waar appelbomen krom en pruimen verhangen, zij moet mee
naar dat avondland en verdrinkt onder de halo
van een maan omdat het kan, hij voert haar scheermessen als vingers
uit de pan, de lever rul op de tong, zijn taal is hard
maar hij plast als een meisje, en een aardlucht zingt om dat land
 
en elke ochtend vervalt mijn donker en schud jij het kot
onder mijn bed vandaan, tapijten deinen, lampen zwengelen,
de kat stuift op in al dat geel, en zij bewegingloos in een kruis
op elkaar, de armen gespreid, de benen plat, geen adem
om hen heen die leeft, Virgula!
 
je geeft me meer dan sneeuw in een bol, hun lakens tussen
de bomen voor de zeeg, ondergoed op de haag, een gaai in het net
over de kersen die zijn kogel krijgt, mispels die de jongen openklapt
als haar vulva, duizenden bessen maken hun tongen rood
wat heb ik met ze te maken, zeg me dat eens, wat maken ze me
 
tot ik het kind baar, ziehier een zoon met hun vrije naam,
tot ik het kind baar, op een kruk voor een kachel die bloeit,
maar het duurt niet lang, een paar keer schudden maar
of ik raak ze alle drie kwijt aan jouw vuur dat mijn heimwee stookt
als ik zie hoe een laatste mus uit de vonken wegspringt, Virgula.

© Sasja Janssen
from: Virgula
Amsterdam: Querido, 2021
Audio production: Nederlands Letterenfonds

[Virgula, du lässt mich allein mit dieser Bruchbude...]

الألمانية

du lässt mich allein mit dieser Bruchbude als wäre es eine Schneekugel in meiner Hand

zugigkalt das Zimmer und in der Mitte breitbeinig das Bett

auf Teppichen auf bittergelben Holzböden, kein Ocker,

nichts mit einem „K“ kriegt die Möglichkeit zu kranken unter der Krone

die über sie hinweggespannt

 

da sind ein Junge und ein Mädchen mit ihrer märzischen Frucht,

sie lachen einander den Atem weg, Feuchte brennt, Lust greift und du

drückst mich gegen die Fenster niedergeschlagen vom Ofenqualm

eine brettharte Tulpe auf dem Kaminsims, eine Herzdrei am Spiegelrand

eine Katze in einem Bett, ich schließe meine Augen

 

er kommt aus einer Stadt, die das Meer beleidigt, die Dünen schwarz

am Wasser, Rauchwolken auf den Wogen, aber hier im Hinterhof

klimpern Hühner die Idylle erfunden von seinen Ahnen

da sind ein Junge, ein Mädchen für dich aus sanfterem Boden, wo Gott

nicht tötet, weil es noch möglich ist

 

wo Apfelbäume krumm und Pflaumen gehängt, sie muss mit

in jenes Abendland und ertrinkt unter dem Lichthof

eines Mondes, weil es möglich ist, er füttert sie mit Schwertmuscheln wie Finger

aus dem Topf, die Leber bröckelig auf der Zunge, seine Sprache ist grob

aber er pinkelt wie ein Mädchen, und ein Duft der Erde singt wegen eben jenem Land

 

und jeden Morgen verfällt mein Dunkel und schüttelst du die Bruchbude

unter meinem Bett hervor, Teppiche wogen, Lampen schlenkern,

die Katze springt auf in all dem Gelb, und die beiden reglos in einem Kreuz

aufeinander, die Arme gespreizt, die Beine flach, kein Atem

um sie herum, der lebt, Virgula!

 

du gibst mir mehr als Schnee in einer Kugel, ihre Laken zwischen

den Bäumen vor dem Bach, Unterwäsche auf der Hecke, ein Häher im Netz

über den Kirschen, der seine Gewehrkugel kriegt, Mispelfrüchte, die der Junge aufklappt

wie ihre Vulva, tausende Beeren machen ihre Zungen rot

mach ich mir was aus ihnen, sag mir das doch, was machen sie aus mir

 

bis ich das Kind gebäre, seht her ein Sohn mit dem freien Namen der beiden,

bis ich das Kind gebäre, auf einem Schemel vor einem Ofen, der blüht

aber es dauert nicht lange, nur ein paar Mal schütteln

und ich verliere sie alle drei an dein Feuer, das mein Heimweh lodern lässt

als ich sehe, dass ein letzter Spatz aus den Funken hüpft, Virgula,

Virgula,

Übersetzung aus dem Niederländischen Ira Wilhelm

Manier om een hand te begraven

الهولندية | Sasja Janssen

De melk kookt ochtendgeel over het emaillen pannetje
zijn bodem als jonge zwarte aarde, dat angst
niet van nachthuilers is, of van zwarte gal, of het eindige
het kwaadaardige talud en zijn papavers.
Waar is het dan wel van, kleine melk?
 
Van diepe tuinen waar luchtwortels je de adem afpakken
pissebedden in je schede schuilen, vingers uit je buik
draaien. Ik haal mijn schouders op, jut het vuur op.
Met de steel tegen mijn middenrif voel ik hoe kleine melk
mijn hand heet bespot, met verse aarde om hem in te begraven.

© Sasja Janssen
from: Ik trek mijn species aan
Amsterdam: Querido, 2014
Audio production: Nederlands Letterenfonds

Wie man eine Hand begräbt

الألمانية

Morgengelb kocht die Milch im Emailletopf über

dessen Boden wie junge schwarze Erde, dass Angst

nicht den nächtlich Weinenden gehört, nicht aus schwarzer Galle besteht, es sei denn, es endet

die bösartige Böschung und ihre Mohnblumen.

Woraus besteht sie aber dann, kleine Milch?

 

Aus tiefen Gärten, wo Luftwurzeln einem den Atem nehmen

dir Kellerasseln in die Scheide schlüpfen, Finger aus dem Bauch sich

bohren. Ich heb die Schultern, schür das Feuer.

Den Stiel am Zwerchfell spüre ich, wie kleine Milch

heiß meine Hand verspottet, mit frischer Erde, um sie darin zu begraben.

Aus dem Niederländischen übersetzt von Ira Wilhelm

Wilde vinex

الهولندية | Sasja Janssen

Ik ga mijn eigen dood zelf uitkiezen, ik ben een vinexvrouw,
geen buitenmeisje.
Ik loop in mijn vlinderbroekje op het terras, ogen ploppen
overal uit, uit mijn benen, mijn buik en mijn broekje is zo klein
zacht en zo champagne, hier in deze wijk met houten kades
zonder water, waar meisjesbenen tegen de gevel groeien.
 
Ik ken een zwaluw die veren verpand voor mijn noten
hij laat ze op mijn voeten vallen, ik bewaar ze voor de slaap.
Ik zie een man die hangt een kaarsrechte herinnering
over zijn vrouw, zijn kind de zoom die zij lospeutert
Het wijst uit de hoek mijn tepels aan.
Ik draai mijn loop.
Ik ben een verschrikkelijk organisme dat uitverkiest.
Ik ben koningsblauw.
Ik sta in wilde schoonheid.

© Sasja Janssen
from: Wie wij schuilen
Amsterdam: Querido, 2010
Audio production: Nederlands Letterenfonds

Wildes Reihenhaus

الألمانية

Ich werde meinen Tod selber wählen, ich bin ein Reihenhausweib,

kein Draußenmädchen.

Ich trete in meinem Schmetterlingsslip auf die Terrasse, überall quellen

Augen heraus, aus meinen Beinen, meinem Bauch und mein Slip ist so klein

so weich und so champagnerfarben, hier in diesem Viertel mit Uferkais aus Holz

doch ohne Wasser, wo an Hausfassaden Mädchenbeine wachsen.

 

Ich kenne eine Schwalbe, die gibt mir Federn für meine Nüsse zum Pfand

Sie lässt sie auf meine Füße fallen, ich hebe sie auf für den Schlaf.

Ich sehe einen Mann, der hängt eine senkrechte Erinnerung

über seine Frau, sein Kind, den Saum, an dem sie zupft

Es deutet aus der Ecke auf meine Brustwarzen.

Ich dreh meinen Lauf. Ich bin ein furchtbarer Organismus, der wählt.

Ich bin königsblau.

Ich stehe in wilder Schönheit.

Aus dem Niederländischen übersetzt von Ira Wilhelm

Ik trek mijn species aan

الهولندية | Sasja Janssen

1
Ik werd uit een punt geboren op een ochtend negen uur
de eerst denkbare ochtend omdat hij niet uit de nacht
kwam, hij kleurde van hardfuchsia tot zwavelgeel
dat weet ik nog.
 
De juiste, juist in scherpte en in volume door iemand
met een 9H in haar hand gezet, kort even genageld
ze noemden haar God behalve ik.
 
Een gruwelijk eerst, maar ik hield er eindelijk mee op
niemand te zijn.
 
2
Ik droeg een geboortehemd dat ook een doodshemd zou zijn
dat kan niet, toch is het zo.
Niet ver van hier werd ik ooit weer een punt, de enige
 
wel een zwakkere, misschien met een 9B gezet door diezelfde
iemand, ze kurkte me in mezelf terug, voorlopig bleven de katoentjes
geurend in mijn kast.
 
3
Ik geloofde dat de dingen tegelijk gebeurden.
Kan zijn de species die ik moest aantrekken, kan zijn de beweging
kan zijn de vrolijkheid of waanzin of allebei, kermis in de hel.
 
Ik geloofde dat het sneeuwen moest, het denken eronder
en ik aangroeide tot mijn eigen testbeeld
verraderlijk hetzelfde zoals dat van elk ander.
 
4
Ik kon meteen al heel goed leven en voorspelde wat ging komen.
Toen de liefde kwam niet eens in de verschijning
van een jonge engel vergat ik mijn punt en vatte vlam, geel
een fuchsia hart.
 
Toen vergat ik het vergeten, bloot als een enkelvoudige roos.
 
5
Ik trok daarna mijn species uit, om te zien of ik leeg was
om te zien of ik dat durfde, de bloedeloosheid ik durfde.
 
De anderen loerden naar hoe ik was, dat er niets van me
overbleef, moest er wat overblijven van mij of iets?
 
6
Ik kon meteen minder goed leven, je moet niet uittrekken
wat bijna niet aangaat, terug de mal in was uit de vorm.

© Sasja Janssen
from: Ik trek mijn species aan
Amsterdam: Querido, 2014
Audio production: Nederlands Letterenfonds

Ich ziehe meine Spezies an

الألمانية

1

Ich wurde aus einem Punkt geboren an einem Morgen neun Uhr

der erste erdenkliche Morgen, weil er nicht aus der Nacht

kam, er wechselte die Farbe von grellfuchsia nach schwefelgelb

das weiß ich noch.

 

Die richtige, richtig in Umfang und Schärfe von einer Person

mit einem 9H in der Hand gestochen, kurz genagelt

sie nannten sie Gott, nur ich nicht.

 

Etwas Grausames zunächst, aber endlich hörte ich auf

niemand zu sein.

 

2

Ich trug ein Geburtshemd, das auch ein Totenhemd sein würde

unmöglich, trotzdem ist es so.

Nicht weit von hier wurde ich irgendwann wieder zum Punkt, dem einzigen

 

ein schwächerer zwar, vielleicht mit einem 9B gestochen von derselben

Person, sie korkte mich in mich selbst zurück, vorläufig blieben die Baumwollleibchen

stinkend im Schrank.

 

3

Ich glaubte, dass alles gleichzeitig geschah.

Möglicherweise die Spezies, die ich anziehen musste, möglicherweise die Bewegung

möglicherweise die Fröhlichkeit oder der Wahnsinn oder beides, Jahrmarkt in der Hölle.

 

Ich glaubte, dass es schneien sollte, das Denken darunter

und dass ich mich auswuchs zu meinem eigenen Testbild

verräterischerweise dasselbe wie das aller anderen.

 

4

Ich konnte gleich von Anfang an richtig gut leben und prophezeite, was passieren wird.

Als die Liebe kam - nicht einmal in der Erscheinungsform

eines jungen Engels - vergaß ich meinen Punkt und entflammte, gelb

grellfuchsiafarbenes Herz.

 

Da vergaß ich das Vergessen, entblößt wie eine einzählige Rose.

 

5

Ich zog danach meine Spezies aus, um zu schauen, ob ich leer war

um zu schauen, ob ich mich das traute, die Blutlosigkeit mich traute.

Die anderen lauerten darauf, wie ich war, dass nichts von mir

übrigblieb, sollte denn irgendwas von mir übrigbleiben oder etwas?

 

6

Ich konnte gleich weniger gut leben, man sollte niemals ausziehen

was sich nur mit Mühe anziehen lässt, zurück in die Gussform war der Verlust der Form

Aus dem Niederländischen übersetzt von Ira Wilhelm

ik was een bastaard

الهولندية | Asha Karami

ik lig op de bank
terwijl ik mee moet doen met de revolutie

open mij alsjeblieft beste
je bent een aardig persoon geweest

hebben de mensen dat gemerkt
en welke culturen zijn dan kwaadaardig

ik had me voorgenomen dat drie
van mijn vijf gezichten op elkaar zouden lijken

open mij nu
binnen zit de verrassing
 
goud in de natuur gevonden is altijd geel:
het is het contrast dat ons verbindt aan het verleden

ik heb hier een ingang gemaakt voor als je er nog in wilt

ik ga dood dat beloof ik
jij gaat dood dat beloof ik

© Asha Karami
from: Godface
Amsterdam : De Bezige Bij, 2019
Audio production: Nederlands Letterenfonds, 2020

ich war ein bastard

الألمانية

ich liege auf dem sofa
obwohl ich mich an der revolution beteiligen soll

bitte öffne mich mein schatz
du warst eine nette person

haben die leute das gemerkt
und welche kulturen sind nun eigentlich bösartig

ich hatte mir vorgenommen dass drei
meiner fünf gesichter einander ähneln sollen

öffne mich jetzt
drinnen wartet die überraschung

gold in der natur gefunden ist immer gelb:
der kontrast verbindet uns mit der vergangenheit

ich habe hier einen eingang gemacht falls du noch reinwillst

ich sterbe, das verspreche ich dir
du stirbst, das verspreche ich dir

Aus dem Niederländischen von Ira Wilhelm

Ximending (aversie)

الهولندية | Asha Karami

inspiratieporno: kaviaar en keutels in de magnetron
kleur: anti-groen
of ozon
gevoelens, kuddes
zoals elektronica is alles onrechtvaardig
dit wordt een destructieve interventie genoemd.
soms komt de schade niet overeen met de toestand
hetzij op de eerste dag. oproerpolitie op pre-event-evenementen.
voorbeeld: als je tiramisu-ijs op je snor krijgt ruikt het naar overgeefsel.
of toeristische bestemmingen.
de relatie tussen rijkdom en eigendom. met andere woorden, de realiteit
deze relatie is niet gebaseerd op de filosofie van vandaag
net als de man met open mond
mensen kunnen geen criminelen worden genoemd, maar ze zijn lelijk.
ongestrafte foltering leidt tot samenwerking met anderen.
de zon weigert, het water te hoog en de kip te hard
regels zijn regels en gaan nooit viraal.
ik was dankbaar dat ik, toen ik thuiskwam, eenzaam was en alleen was
hey ga jij ook je bek spoelen en gezonder eten

© Asha Karami
from: Godface
Amsterdam: De Bezige Bij, 2019
Audio production: Nederlands Letterenfonds, 2020

Ximending (aversion)

الألمانية

inspirationsporno: kaviar und kötel in der mikrowelle
farbe: anti-grün
oder ozon
emotionen, viehherden
alles unfair wie elektroapparate
so was nennt man zerstörerischen eingriff.
manchmal deckt sich der schaden nicht mit dem zustand
ausser am ersten tag. aufruhrpolizei bei pre-event-events.
beispiel: gelangt tiramisu-eis auf den schnurrbart riecht man erbrochenes.
oder touristenziele.
das verhältnis zwischen reichtum und eigentum. mit anderen worten, die realität
dieses verhältnis beruht nicht auf der philosophie von heute
genau wie der mann mit offnem mund
menschen kann man nicht als kriminelle bezeichnen, aber sie sind hässlich.
strafloses foltern führt zu einer zusammenarbeit mit anderen.
die sonne weigert sich, das wasser zu hoch und das huhn zu hart
regeln sind regeln und verbreiten sich niemals viral.
ich war dankbar dass ich beim nachhausekommen einsam war und allein
he du geh spül auch du dir das Maul und iss gesünder

Aus dem Niederländischen von Ira Wilhelm

de stad waar ik geboren ben is groot

الهولندية | Asha Karami

welkom bij het begin van mijn leven
gisternacht nog eens nagedacht
iets moois weinig zuivers
ik zie mezelf de oorlog niet winnen

een vriend op wie ik wachtte kwam niet
ik heb het nooit moeilijk gevonden
met hem over zijn vader te praten
hij kon altijd goed brieven schrijven
hij werd ontslagen nadat hij vier keer
dronken op zijn werk verscheen
ik ben zijn naam vergeten

er lopen mensen op straat
de hond die vorige week een kind
doodbeet loopt op straat
er zit geen melk in de koffie
voor de deur staan vijf mensen
er is niemand in dit huis

de man over wie ik gedroomd heb was beeldschoon
de man aan wie ik het vroeg wist het niet
de man die het wist stond te praten
de man met wie ik stond te praten was mijn vader

ik woon al lang in nederland
ik woon er al lang
ik woon al lang hier
ik woon al lang daar

loop niet alleen na het vallen van de avond
ga niet in op het aanbod van een vriendelijke vreemde
het beste is iedereen te negeren die in nood lijkt
ga ervan uit dat iemand die probeert je te engageren
niets goeds heeft gedaan

ik probeer op tijd te komen
schrijf die brief maar vriend

© Asha Karami
from: Godface
Amsterdam : De Bezige Bij, 2019
Audio production: Nederlands Letterenfonds, 2020

die stadt meiner geburt ist gross

الألمانية

willkommen am anfang meines lebens
gestern nacht nochmals nachgedacht
etwas schönes wenig reines
ich sehe mich den krieg nicht gewinnen

ein freund auf den ich wartete kam nicht
ich habe nie ein problem damit gehabt
mit ihm über seinen vater zu reden
im briefeschreiben war er schon immer gut
er wurde entlassen nachdem er vier mal
betrunken zur arbeit erschienen war
seinen namen habe ich vergessen

es sind menschen auf der strasse
der hund der letzte woche
ein kind totgebissen hat ist auf der strasse
im kaffee ist keine milch
vor der tür stehen fünf menschen
in diesem haus ist keiner

der mann von dem mir träumte war bildschön
der mann den ich danach fragte wusste es nicht
der mann der es wusste unterhielt sich gerade mit jemandem
der mann mit dem ich mich gerade unterhielt war mein vater

ich wohne schon lange in den niederlanden
ich wohne dort schon lange
ich wohne schon lange hier
ich wohne schon lange da

sei nach einbruch der dämmerung nicht allein unterwegs
nimm niemals das angebot eines freundlichen fremden an
ignoriere am besten jeden der in not zu sein scheint
geh davon aus dass jemand der versucht dich zu engagieren
nichts gutes getan hat

ich versuche pünktlich zu sein
schreib den brief ruhig mein freund

Aus dem Niederländischen von Ira Wilhelm

licht

الهولندية | Asha Karami

we spreken af bij de burger king op het leidseplein
ik kan alleen boos worden op computers zegt hij
als ik vraag naar zijn politieke voorkeur
lopend naar het festival
mijn vingers ruiken naar zalm

met mijn rug naar het podium een gordijn
van inktvissen geprojecteerd op de menigte
bekijk ik hem beter
onwillekeurige oogbewegingen

ik begin kleuren te horen
had ik dit maar thuis in bed beluisterd
met wat tramadol
kon ik ook mijn hand wassen met lavendelzeep

ik handel vaak in een opwelling
[grotendeels mee eens]
ik reageer vaak afkeurend op andermans gedrag of overtuiging
[neutraal — noch mee eens noch mee oneens]
mensen vinden mij ongemanierd of beledigend
[een beetje mee eens]

langzaam verplaatst het licht zich richting mij
als iemand nu in mijn buik stompt ga ik overgeven
hij negeert mijn opmerking

’s nachts slaap ik niet
mijn vingerkootjes doen pijn
een sirene intensiveert en vervaagt

© Asha Karami
from: Godface
Amsterdam : De Bezige Bij, 2019
Audio production: Nederlands Letterenfonds, 2020

licht

الألمانية

wir verabreden uns im burger king auf dem leidseplein
ärgern kann ich mich nur über computer sagt er
als ich ihn nach seiner politischen neigung frage
unterwegs zum festival
meine finger riechen nach lachs

mit dem rücken zum podium ein vorhang
aus tintenfischen auf die menschenmenge projiziert
betrachte ich ihn genauer
automatische augenbewegungen

ich fange an farben zu hören
hätte ich mir das doch nur daheim im bett angehört
mit etwas tramadol
könnte mir dann auch die hand mit lavendelseife waschen

ich handle oft aus einem impuls heraus
[stimme weitgehend zu]
ich reagiere oft missbilligend auf das verhalten oder die überzeugungen anderer
[neutral – stimme weder zu noch nicht zu]
viele halten mich für schlecht erzogen oder beleidigend
[stimme ein wenig zu]

langsam gleitet das licht in meine richtung
wenn mir jetzt jemand in den bauch boxt muss ich mich übergeben
er ignoriert meine bemerkung

nachts schlafe ich nicht
meine fingerglieder schmerzen
eine sirene wird intensiver und verklingt

Aus dem Niederländischen von Ira Wilhelm

sprite is slappe cola

الهولندية | Asha Karami

als mijn mensen geroepen door mijn naam
nederig neerknielen en bidden
mijn gezicht opzoeken
zich afwenden van hun slechte wegen
zal ik hun zonden vergeven hun land genezen

ik ben een slaaf
soms ben ik best aardig
een niet-rationele ontmoeting van belangrijke ideeën
ten koste van alles diepgeworteld
ontwaakt in hongersfeer
het is oké

ik stem tegen alle richtlijnen
een langetermijnonderzoeksplan
naar heroplevingen en normalisatie
had ik maar iets van de zomer gemaakt

ken je dat
beetje aangeschoten en je weet niet of je alcohol op hebt

‘ten koste van alles’
fuck, wat betekent dat

ik controleer continu mijn mentale staat
hij is helemaal stil
had ik iets voor hem kunnen doen

wit
ernstig misvormd
doet zich voor als zwart

ik vind mezelf best aardig

© Asha Karami
from: 2019
Amsterdam: De Bezige Bij, 2019
Audio production: Nederlands Letterenfonds, 2020

sprite ist schale cola

الألمانية

wenn meine leute von meinem namen gerufen
ergeben niederknien und beten
mein gesicht besuchen
sich abwenden von schlechten wegen
werde ich ihnen die sünden vergeben ihr land kurieren

ich bin ein sklave
manchmal bin ich recht nett
eine irrationale zusammenkunft wertvoller ideen
auf kosten von allem tiefverwurzelt
wacht auf die stets man noch zum hungern zwingt
es ist okay

ich stimme gegen alle richtlinien
ein langzeitforschungsplan
zu wiederaufleben und normalisierung
hätte ich aus dem sommer nur was gemacht

kennst du das
leicht angetüdelt und nicht wissen ob man alkohol intus hat
 
„auf kosten von allem“
fuck, was heisst das

ich prüfe pausenlos den zustand meines geistes
er ist vollkommen still
hätte ich was für ihn tun können

weiss
gehörig missgebildet
tut so als sei er schwarz

ich glaube ich bin recht nett

Aus dem Niederländischen von Ira Wilhelm

[ik droom:]

الهولندية | Daan Doesborgh

ik droom:
we reizen naar een plek van brood
duiden kerken onderweg
veranderen van uiterlijk
praten over niets
en alles tegelijk
want dat is toch
wat van ons wordt verwacht
als oude vrienden onderweg

het lijkt alsof we reizen
langs huizen vol graven
om een eigen graf te vinden
dat de een dan in een gat kruipt
en de ander zwaaiend opgaat
in toeristen
om even verderop
een eigen deksteen op te lichten
te verdwijnen
en van onderuit een naam
in steen te beitelen
zodat te lezen valt

dat hier, in innerlijke vrede
op het laatste oordeel wacht:
een reisgezel om langzaam te vergeten

© Daan Doesborgh
from: unpublished
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012

[Ich träume:]

الألمانية

Ich träume:
wir reisen an einen Ort aus Brot
deuten Kirchen unterwegs
verändern unser Äußeres
reden über nichts
und alles zugleich
denn mehr erwartet man
von uns doch nicht
als alte Freunde unterwegs

es sieht so aus, als reisen wir
vorbei an Häusern voller Gräber
um selbst ein Grab zu finden
und dann kriecht der eine in ein Loch
und der andere verschwindet winkend
inmitten der Touristen
um ein Stück weiter
einen eigne Grabplatte hochzuheben
zu verschwinden
und von drunter einen Namen
in den Stein zu meißeln
so dass jeder lesen kann

hier wartet voll innerem Frieden
aufs jüngste Gericht:
ein Mitreisender, in langsamem Vergessen

übersetzt von Ira Wilhelm

Een afscheid

الهولندية | Daan Doesborgh

ik hoef de sporen niet te zien
van hen die na mij komen
hoe ze met hun krakende laarzen
langs je bochten slepen nee


ik wil je niet zien branden
je hoeft jezelf niet met de grond
gelijk te maken


maar dat er op een dag gegraven wordt
misschien is er een kabelbreuk
of legt men de fundering voor een school
en dat ze mij dan vinden
dat er,
al is het maar
door enkele passanten,
wordt gekeken naar
je open rug
waar de duimen
van een man
ooit een afdruk
achterlieten in je klei


en dat ze dan die kamer vinden
waar de boeken nog op tafel liggen
waar het vuur nog brandt
onder een ketel thee


een kamer zo diep in je huid
dat hij niet weggesneden worden kan
en dat er ook maar een enkel iemand vraagt:
waar is hij gebleven?

© Daan Doesborgh
from: unpublished
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012

Ein Abschied

الألمانية

Ich will die Spuren nicht sehen
von denen, die nach mir kommen
wie sie mit quietschenden Stiefeln
auf deinen Kurven schlurfen, nein

Ich will nicht, dass du dich verzehrst
du brauchst dich nicht in Grund
und Boden zu schämen
besser, dass man eines Tages dort gräbt
vielleicht wegen eines Kabelbruchs
oder man legt das Fundament für eine Schule
und dass man mich dann findet
und einige Blicke,
und seien es auch nur
die von wenigen Passanten
auf meinen offenen Rücken
fallen
wo die Daumen
eines Mannes
einst einen Abdruck
hinterließen in deinem Lehm

und dass man dieses Zimmer findet
wo die Bücher auf dem Tisch noch liegen
wo das Feuer noch brennt
unterm Teekessel

ein Zimmer, so tief in deiner Haut
dass man’s nicht rausschneiden kann
und dass wenigstens einer fragt:
wo ist er denn geblieben?

übersetzt von Ira Wilhelm

Nachtvijver

الهولندية | Daan Doesborgh

Door de nachtlucht waadt de moeder
Door de bomen klinkt de man
Achter de maan kiemt
een zingend verlangen
van ochtend

en daar aan het water
klinken
glanzende
seringen


die niemand meer begrijpt
en een avondvogel krijst
en een marter in de houtwand
ritselt opgeschrikt dichtbij
zodat er

daar
aan het water
kikkers

springen
En de moeder baart het water
En de vader hoedt de maan

© Daan Doesborgh
from: unpublished
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012

Nachttümpel

الألمانية

Durch die Nacht die Mutter watet
Durch die Bäume klingt der Mann
Hinter dem Mond keimt
das singende Verlangen
vom Morgen

und dort am Wasser
klingt
glanzvoll
der Flieder


den keiner mehr begreift
und ein Abendvogel kreischt
und ein Marder in der Holzwand
raschelt aufgeschreckt ganz nah
so dass dort,

da
am Wasser
Frösche

hopsen
Und die Mutter gebärt das Wasser
Und der Vater hütet den Mond

übersetzt von Ira Wilhelm

Hoogstamboom

الهولندية | Daan Doesborgh

kijk, ik leid je door een veld
en beveel de pioenrozen
bloei!
hun bladen gaan open als kool
traag gapen bloemknoppen

kijk
ik aai over je arm
en laat hedera bloeien
klokwinde, wingerd, wisteria
klimroos en wikke

kijk want ik brand
wierookstruiken
nardus en kalmus
ze branden saffraanrood
kaneelzacht maar

wacht, neem deze tak
van een paardenkastanje
jij had een wiegje uit bloesem
hier is een kerselaren kroon
een mantel van appelbloembladen
dan plant ik voor jou
een geurige treurperenboom
of janbaas, of juttepeer, Notaire Lepin
die nooit zal roesten

© Daan Doesborgh
from: unpublished
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012

Hochstammbaum

الألمانية

Schau, ich führ dich durch ein Feld
und befehl den Pfingstrosen
blüht!
Blatt für Blatt gehen sie auf wie Kohl
träg gähnen die Knospen

Schau
ich streichle deinen Arm
und lass Efeu blühen
Wilder Wein, Glycinie, Glockenrebe
Kletterrose und Wicke

Schau, denn ich verbrenne
Weihrauchsträucher
Nardus und Kalmus
sie brennen safranrot
zimtzart doch
warte, nimm diesen Rosskastanienzweig
du hattest eine Wiege aus Blüten
hier hast du eine Kirschbaumkrone
einen Mantel aus Apfelblütenblättern
dann pflanze ich für dich
einen duftenden weidenblättrigen Birnbaum
oder Gelbmöstler, oder Griesbirne, Notaire Lepin
der niemals rostet

übersetzt von Ira Wilhelm

[elke dag is een scheepje]

الهولندية | Daan Doesborgh

elke dag is een scheepje
dat voorgoed vertrekt
gelaten zie ik het gaan
een mens is een haven

gaandeweg leggen mijn dagen
vaker aan in vreemde oorden
verleden heersers
bouwen vloten op

dan is de dag een oceaanstomer
wij reserveren ons grootste dok
de diepgang is onpeilbaar
en zwaaien naar de krimpende schoorsteen

dan is de dag een papieren bootje
dat nauwelijks de havenmond verlatend
water maakt en naar de kelder gaat
het deert me niet

elke dag is een bootje dat scheep gaat

© Daan Doesborgh
from: unpublished
Audio production: Literaturwerkstatt Berlin, 2012

[Jeder Tag ist ein Schiff]

الألمانية

Jeder Tag ist ein Schiff
das für immer in See sticht
unverzagt lass ich’s ziehen
der Mensch ist ein Hafen

mit der Zeit legen meine Tage
öfter an in fremden Orten
vergangne Herrscher
bauen Flotten auf

mal ist der Tag ein Ozeandampfer
wir reservieren unser größtes Dock
der Tiefgang ist unauslotbar
und winken dem schrumpfenden Schornstein hinterher

mal ist der Tag ein Boot aus Papier
das, kaum ist’s aus dem Hafen raus,
Wasser zieht und absäuft
es kümmert mich nicht

Jeder Tag ist ein kleines Boot, das sich einschifft.

übersetzt von Ira Wilhelm

tot de bellenblazer

الهولندية | Willem Jan Otten

Zesenveertig jaar geleden, bellenblazer,
greep het plaats, in de Rivierenbuurt
van Amsterdam, even ten westen van
mijn geheugen: mijn ene geboorte.

Er werd terstond van mij gehouden,
zoals er wordt gehouden van de zeer,
zeer zeldzamen die voor je ogen
ontstaan en dan kleddernaakt zijn.

Ik was van meet af aan van groter waarde
dan ik in mijn eigen ogen worden zou.

Mijn geduldigste gedicht, mijn bondigste zin,
mijn strakste worp in de handschoen van een zoon,
hebben niet vergolden dat ik toen,
die ene keer dat ik geboren werd,

voor de aanwezigen minstens alles was,

de bel die paarlemoer komt aangedreven
door de tuin en niet de adem kent
die blies, niet terug de wind in kan.

© Willem Jan Otten
from: Eindaugustuswind
Amsterdam: Van Oorschot Uitgeverij , 1998
ISBN: 90-282-0913-1
Audio production: 2006, M.Mechner / Literaturwerkstatt Berlin

dem Seifenblasenbläser

الألمانية

Vor sechsundvierzig Jahren, Seifenblasenbläser,
da geschah es, im Amsterdamer Stadtteil
Rivierenbuurt,  ein kleines Stück westlich
von meiner Erinnerung: Meine einzige Geburt.

Auf der Stelle wurde ich geliebt,
wie man liebt die sehr,
sehr Außergewöhnlichen, die vor den eignen Augen
entstehen und dann klatschnackt sind.

Mir wurde von Anfang an ein höherer Wert zugemessen,
als ich in meinen eigenen Augen je haben werde.

Das geduldigste Gedicht, der prägnanteste Satz,
der härteste Wurf in den Handschuh meines Sohns,
vergalten es nie, daß ich damals,
das eine Mal, als ich geboren wurde,

für die Anwesenden nichts mehr als alles war,

die Seifenblase, die perlmuttern herbeischwebt
durch den Garten und den Atem nicht kennt,
der blies, nicht zurück kann gegen den Wind.

Übersetzt von Ira Wilhelm

over het roven van tijd

الهولندية | Willem Jan Otten

Waarom anders bent u,
lezende, van waar u was
maar liefst tot hier geraakt,

dan om te vernemen,
van een ander dan u zelf,
dat alle vijftig eieren

die opa Otten de Agnost
eind vorige eeuw geraapt
en leeggezogen heeft,

en in een hemelsblauwe
ladenkist gelegd,
die mij nadien gewerd,

dat alle vijftig eieren,
dat van de kneu incluis,

het pinknagelkleine,
okergeelbesproet,

alsnog in deze regels
zullen worden neergevleid
als in hun nest van toen,

en in uw lezen uitgebroed?

© Willem Jan Otten
from: Eindaugustuswind
Amsterdam: Van Oorschot Uitgeverij , 1998
ISBN: 90-282-0913-1
Audio production: 2006, M.Mechner / Literaturwerkstatt Berlin

über das Rauben von Zeit

الألمانية

Warum sonst hätte es Sie,
lesenderweise, von dort, wo Sie waren
glatt hierher verschlagen,

wenn nicht, um zu hören,
von jemandem anderen als Ihnen selbst,
daß alle fünfzig Eier,

die Opa Otten, der Agnostiker,
Ende des vorvorigen Jahrhunderts sammelte
und aussaugte,

und in die himmelblaue
Schubladenkommode legte,
mir später zuteil wurde,

daß alle diese fünfzig Eier,
das Ei des Zaunkönigs inklusiv,

das kleinfingernagelkleine,
braunrotgefleckte,

endlich doch noch in diese Zeilen
gebettet werden,
wie in ihr Nest von einst,

um durch ihr Lesen auszubrüten?

Übersetzt von Ira Wilhelm

om de brug te zien

الهولندية | Willem Jan Otten

De oudste brug
is als geëtst
zo ijl en hangt
van daar naar hier
en hangt aan niets
dan aan je angst
dat er iets hangt
en wiegt nog na
van die al ging,
en wacht je op
en hangt maar klaar,
de eerste stap
maakt hier van daar.

© Willem Jan Otten
from: Eindaugustuswind
Amsterdam: Van Oorschot Uitgeverij , 1998
ISBN: 90-282-0913-1
Audio production: 2006, M.Mechner / Literaturwerkstatt Berlin

komm dir die Brücke ansehen

الألمانية

Die alte Brücke
ist wie radiert
so zart und hängt
von da nach hier
und hängt an nichts
als an der Angst von dir,
es hinge noch was
und schaukelte nach
von dem, der ging,
und lauert dir auf,
und hängt schon da,
den ersten Schritt
macht Hier aus Da.

Übersetzt von Ira Wilhelm

litanie van hermione veinzend dat zij een standbeeld is

الهولندية | Willem Jan Otten

Daar staat hij dan, mijn echtgenoot
die zestien jaar geleden mij
verstoten heeft omdat hij dacht
dat ik zijn beste vriend genomen had;
mijn man die in één Shakespeareaanse mum
mij dood verklaarde, zo abrupt
dat mij niet anders te leven bleef
dan in verbijstering verstijfd --
het was óf inzien dat de vader
van je kinderen aartsverraderlijk
kan zijn, en spatten als een glas
waarlangs de liefste vingertop te lang
zijn zingende cirkels trok, óf wachten,
schijndood, op dit ogenblik, waarop ik
het onmogelijke waag: een richtend
kunstwerk zijn. Een beeld van marmer
zijn en sprekend lijken op mezelf
en hem verschijnen als in een visioen
en roerloos levensecht en roerend zijn,
levensechter dan wanneer ik levend
voor hem stond.
Daar staat hij dan,
de man die mij ineens zo haten kon.
Waarom word ik onpasselijk en wee?
Omdat hij van berouw in scherven valt
en om mij jankt? Omdat mijn echtgenoot,
de achterdochtige, het onbestaanbare
verlangt, en dat dan ook nog op zijn knieën:
mijn verrijzenis uit het onvermurwbaar
nergens van mijn door hem zelf verklaarde
dood? Omdat hij wil dat ik hem neem
zoals hij is, wat zeggen wil: vergeef?
Hij die altijd pochte: op dit bestaan
volgt niets, nooit ga ik op de knieën
voor een dergelijke slaventroost?
Waarom speelt mijn maag nu op
en sijpelt alle leven uit mij weg?

Ik durf dit niet, o God, ik wil
niet machtig en ontstellend zijn,
ik wil niet weten hoe het is
om uit de windselen ontsnapt
het te laat begrepen offermens te zijn --

ik schaam me, echtgenoot, nu ik
aangezicht voor aangezicht met jou,
jij wezelman, mijzelf overtreffen kan.

© Willem Jan Otten
from: Eindaugustuswind
Amsterdam: Van Oorschot Uitgeverij, 1998
ISBN: 90-282-0913-1
Audio production: 2006, M.Mechner / Literaturwerkstatt Berlin

litanei der Hermione, die so tut, als wäre sie ein Denkmal

الألمانية

Dort steht er jetzt also, mein Ehemann,
der vor sechzehn Jahren mich
verstieß, im Glauben, ich
habe seinen besten Freund verführt;
mein Mann, der in einem einzigen shakespear’schen Augenblick
mich für tot erklärte, so abrupt,
daß mir nicht anders zu leben übrig blieb
als vor Entsetzen erstarrt  - -
das hieß nun, entweder einzusehen, daß der Vater
der eigenen Kinder ein Erzverräter
war, und zerspringen wie ein Glas,
an dem die liebste Fingerspitze viel zu lange
ihre singenden Kreise zog, oder zu warten,
scheintot, auf den einen Moment, wo ich
das Unmögliche wag’: ein richtendes
Kunstwerk zu sein. Ein Marmorbild
zu sein, mir selbst wie aus dem Gesicht geschnitten,
und ihm zu erscheinen wie in einer Vision
und reglos lebensecht und erregend zu sein,
lebensechter als stünde ich lebend
vor ihm.
  Dort steht er jetzt also,
der Mann, der mich plötzlich so haßte.
Warum wird mir nur so furchtbar schlecht?
Weil er vor Trauer zergeht
und jammert um mich? Weil mein Ehemann,
der argwöhnische, das Unmögliche
erfleht, und das auch noch auf Knien liegend:
meine Auferstehung aus dem gnadenlosen
Nirgends meines von ihm selbst erklärten
Todes? Weil er will, daß ich ihn nehme,
wie er ist, was heißen soll: Vergib?
Er, der immer prahlte: Nach diesem Leben hier
gibt’s nichts, nie werde ich meine Knie beugen
vor solchem Sklaventrost?
Warum spielt mein Magen jetzt verrückt
und sickert das ganze Leben aus mir?

Ich trau mich das nicht, o Gott, ich will
nicht mächtig und schreckvoll sein,
will nicht wissen, wie es ist,
den leinenen Binden entkommen,
ein zu spät verstandener Opfermensch zu sein - -

ich schäme mich, mein Gemahl, nun, da ich, dir
von Angesicht zu Angesicht gegenüberstehend,
du Hasenmann, über mich hinauswachsen kann.

Übersetzt von Ira Wilhelm

expeditie naar het vademloze

الهولندية | Willem Jan Otten

Eens voeren we uit met aan boord
een peillood gehangen aan een draad.
Het was beslist de allerlangste draad.

We zetten koers naar een diepe trog,
en lieten het daar zakken, het lood.
Dit zakken nam dagen, weken in beslag.

De draad die wond zich zoemend af.
Op de zesentwintigste van die maand,
des avonds, was hij op, de lange draad.

Die nacht zag in een droom de kapitein
al eveneens een lange draad, maar deze
glipte met een zuchtje van de spoel,

verdwenen was hij in de schommelende
oceaan. De kapitein begreep meteen:
ik hield me aan de draad niet vast.

Het gedroomde peillood hing één handpalm
boven de diepste grond
en vastgeklampt heb ik mij niet.

Het was een tuimelende droom, zo één
waaruit men stribbelend ontwaakt.

Ik durfde, schreef de kapitein,
met deze draad niet mee.

Deze droom, noteerde hij daarna,
heeft mij doen weten dat ik word gepeild.
Het ondoorgrondelijke mij nu peilt.

© Willem Jan Otten
from: Eindaugustuswind
Amsterdam: Van Oorschot Uitgeverij , 1998
ISBN: 90-282-0913-1
Audio production: 2006, M.Mechner / Literaturwerkstatt Berlin

eine Expedition ins Unermeßlichtiefe

الألمانية

Einmal stachen wir in See und hatten an Bord
ein Lot, das hing an einem Faden.
Es war gewiß der allerlängste Faden.

Wie setzten Kurs auf einen tiefen Seegraben,
und ließen das Lot dort hinab am Faden
Das Lot sank Tage und Wochen hinab

Der Faden spulte summend sich ab
Am Sechsundzwanzigsten desselben Monats,
am Abend, war er zuende, der lange Faden.

In dieser Nacht sah der Kapitän im Traum
einen ähnlich langen Faden, der aber
glitt mit einem Seufzer von der Spule,

und verschwunden war er im schwankenden
Ozean. Der Kapitän begriff sofort:
Ich hielt mich am Faden nicht fest.

Das geträumte Lot baumelte nur eine Handbreit
über dem tiefsten Abgrund,
und festgeklammert hab’ ich mich nicht.

Es war ein trudelnder Traum, einer,
aus dem man um sich schlagend erwacht.

Ich traute mich nicht, so schrieb der Kapitän,
mich vom Faden mitziehen zu lassen.

Dieser Traum, notierte er später,
hat mich gelehrt, daß ich werd’ ausgelotet.
Das Unermeßliche mich jetzt auslotet.

Übersetzt von Ira Wilhelm

eindaugustuswind 3

الهولندية | Willem Jan Otten

Ik heb mij nu zo luid tot u gericht
dat uw zwijgen is gaan klinken
naar de stilte in een bladstil bos
nadat er ’s nachts uit een tent
een kind geroepen heeft en het was
het mijne niet. Ik twijfel niet
aan uw bestaan zo lang u tot mij
zwijgt. Het is aan mij, u laat mij vrij
om uit uw echoënde stilte op te staan.

© Willem Jan Otten
from: Eindaugustuswind
Amsterdam: Van Oorschot Uitgeverij, 1998
ISBN: 90-282-0913-1
Audio production: 2006, M.Mechner / Literaturwerkstatt Berlin

während der Winde Ende August 3

الألمانية

So laut habe ich mich an dich gewandt,
daß dein Schweigen fast klingt
wie die Stille im windstillen Wald
nach dem Ruf eines Kindes nachts aus einem Zelt,
der Ruf eines Kindes, das
meines nicht war. Ich bezweifle nicht,
daß es dich gibt,  so lange Du
zu mir nichts sagst. An mir ist die Reih, Du läßt mich frei,
damit ich aus Deiner echoenden Stille ersteh.

Übersetzt von Ira Wilhelm

eindaugustuswind 2

الهولندية | Willem Jan Otten

Er is een omdat en het ruist als het dak
van een sparrebos bij nacht bij eindaugustuswind.
Ik ben gaan liggen op mijn rug met boven mij
een sterrenwak precies als toen ik dertien was.
Het was opnieuw als lag ik denkend in een kuil.
Takken zwarter dan het doodstil uitspansel.

Omdat ik niet mijn eigen macht zal zijn,
omdat mijn strekking steeds een klacht zal zijn,
omdat ik niet begrepen heb wat mij
naar deze onbegrepen plek heeft toegewild,
omdat ik niet mijzelf bevatten kan
als pogend te bevatten -- daarom ben ik vrij.

© Willem Jan Otten
from: Eindaugustuswind
Amsterdam: Van Oorschot Uitgeverij , 1998
ISBN: 90-282-0913-1
Audio production: 2006, M.Mechner / Literaturwerkstatt Berlin

während der Winde Ende August 2

الألمانية

Es gibt ein Weil, und es rauscht wie das Dach
eines Fichtenwalds des nachts während der Winde Ende August.
Ich habe mich auf den Rücken gelegt und über mir
ein Sternenguckloch, genau wie damals mit dreizehn.
Wieder war mir, als läge ich in einer Kuhle und sinnierte.
Äste, schwärzer als das totenstille Himmelsgewölb.

Weil ich nicht meine eigene Macht werd’ sein,
weil meine Absicht immer ein Verdacht wird sein,
weil ich nicht begreifen konnte, was mich
hinzog zu diesem unbegriffenen Ort,
weil ich mich nicht anders kann erfassen
als nur im Versuch zu erfassen - - deshalb bin ich frei.

Übersetzt von Ira Wilhelm

eindaugustuswind 1

الهولندية | Willem Jan Otten

Ook als het waar is wat we weten --
en niets ons wacht, heus, heus --
dan nog wacht mij zo lang ik leef
en zwaarder kortademiger elk jaar
mijzelf het duin op hijs: de zee, de zee.

Steeds onmiskenbaarder is zij dan voorzien,
steeds meer de meesteres die onderwijst
dat niets mij wacht, niets, heus, heus.
Probeer het maar, zegt zij, en denk je
vrij, de duinen op en daarna nergens mij.

© Willem Jan Otten
from: Eindaugustuswind
Amsterdam: Van Oorschot Uitgeverij , 1998
ISBN: 90-282-0913-1
Audio production: 2006, M.Mechner / Literaturwerkstatt Berlin

während der Winde Ende August 1

الألمانية

Auch wenn stimmt, was wir wissen - -
daß nichts auf uns wartet, nichts, nein, wirklich nichts- -
dann wartet doch auf mich, so lange ich lebe
und dicker keuchender jedes Jahr
mich die Düne hinaufquäle: die See, ja, die See.

Immer unverkennbarer ist sie als erahnt,
immer mehr die Meisterin, die lehrt,
daß nichts auf mich wartet, nichts, nein , wirklich  nichts.
Versuch’s doch mal, sagt sie, und denke dich
frei, die Dünen hinauf und danach nirgendwo mich.

Übersetzt von Ira Wilhelm

consolatio voor mijn broer die vrezen
moest dat zijn voet zou worden afgezet

الهولندية | Willem Jan Otten

Broer, ik ben vandaag met allebei je dochters
op het wad geweest. Daar moest ik denken aan
je voet. Niet dat ik namens jou van wat dan ook
afscheid nemen kan, dat besef ik heel goed --
zelfs niet van de onuitputtelijke dikke
dode dame in wie wij, blootsvoetse lilliputters,
ons vertraden. Je weet als geen ander
hoe het was in haar enkeldiepe vet,
hoe onder het slik je zolen raspten langs
kokkels en mossels, hoe het tussen je tenen
zich perste als de natste klei door een knuist.

We zijn gegaan tot de geul waar jij als kind
het fanatiekst de mossels van hun banken ritste
en in de emmer smeet. De wind suisde om
de oren van je dochters en nam hun stemmen mee.
We draaiden ons om. Ik zag het meteen --
we stonden in de zee gegrift zoals wij stonden
aan het eind van elk een eigen voetafdrukkenrij,

en staan wij op de Postweg weer, wordt alles
uitgewist en één met eens jouw laatste rij.

© Willem Jan Otten
from: Eindaugustuswind
Amsterdam: Van Oorschot Uitgeverij , 1998
ISBN: 90-282-0913-1
Audio production: 2006, M.Mechner / Literaturwerkstatt Berlin

trostrede für meinen Bruder, der befürchten mußte,
daß man ihm der Fuß amputiert

الألمانية

Bruder, heute war ich mit deinen beiden Töchtern
im Watt. Dort mußte ich denken an
deinen Fuß. Nicht, daß ich an deiner Statt von irgend etwas
Abschied könnt’ nehmen, das weiß ich sehr gut - -
nicht mal von der maßlos dicken
toten Dame, in welcher wir, barfüßige Dreikäsehochs,
uns ergingen. Du weißt am besten,
wie es war in ihrem knöcheltiefen Fett,
wie unter dem Schlick deine Fußsohlen sich rieben an
an Kiesel und Krebsen, wie es zwischen deinen Zehen
herausquoll gleich dem nassesten Ton durch eine Kinderfaust.

Wir gingen bis zur Fahrrinne, wo du als Kind
fanatisch die Muscheln von den Bänken rissest
und in den Eimer schmissest. Der Wind pfiff
um die Ohren deiner Töchter und trug ihre Stimmen davon.
Wir drehten uns um. Ich sah es sofort - -
wir standen da wie ins Meer gekratzt so wie wir da standen
am Ende eines jeden von uns eine eigene Fußabdruckspur.

und stehen wir auf dem Postweg wieder, wird alles
weggewischt und eins mit einst deiner letzten Spur.

Übersetzt von Ira Wilhelm

bwa-pl

الهولندية | Willem Jan Otten

Wij bereikten
na een tocht door een druipend bos
het Randmeer.
Het was alsof een slapende haar ogen opende
en ons kende.
Jij zat voorop.
Ik legde mijn hand
op de warme kokosnoot van je schedel.
Het licht keek ver je ogen in.
Ik zei: dit nu is water.
Wa-ter.
Wa-ter.
Wa-ter zei ik nog een keer.
En jij zei: bwa-pl.
Je zei het nog een keer.
Het was zeker, zoontje van mij,
dat wij hetzelfde niet begrepen.

© Willem Jan Otten
from: Eindaugustuswind
Amsterdam: Van Oorschot Uitgeverij , 1998
ISBN: 90-282-0913-1
Audio production: 2006, M.Mechner / Literaturwerkstatt Berlin

bwa-pel

الألمانية

Wir erreichten
nach einer Fahrt durch den triefenden Wald
den letzten Polder.
Es war, als öffnete eine Schlafende die Augen
und erkannte uns.
Du saßt vor mir.
Ich legte die Hand
auf die warme Kokosnuß deines Schädels.
Das Licht blickte dir tief in die Augen.
Ich sagte: Das hier ist jetzt Wasser.
Was-ser.
Was-ser.
Was-ser, wiederholte ich.
Und du sagtest: bwa-pel.
Du wiederholtest es.
Eines war klar, Söhnchen mein,
Es war dasselbe, was wir nicht begriffen.

Übersetzt von Ira Wilhelm