Peter Ghyssaert

الهولندية

Willem Groenewegen

الانجليزية

Honingtuin

Hij betast de raten en bekijkt ze,
sprenkelt witte rook over de bijen, rooft
zonder pijn van honderdduizend angels
zoete, voorgekauwde hompen: de vermolmde
schatten uit de honingtuin;
stil en bars is hij, een bijensmid,
en hij beslaat het pantser van zijn bijen
met eenvoudig, duurzaam suikerwater:
zij brengen hem een winst van was en honing
-witte, ongekwetste was in potten,
dun gemaakte honing voor de glazen-
en omheinen met hun zwarte keurtroepen
de tuin tegen van angst gekrompen velden
waar het stil geworden is, doodstil;
nooit weg te denken is het zacht gebrom
van een constante en sublieme hulde.

© Bert Bakker
من: Honingtuin
Amsterdam: Bert Bakker, 1991
الإنتاج المسموع: Flemish Literature Fund, Antwerp, 2012.

Honey garden

He feels the combs and watches them,
then drips white smoke across the bees, steals
from a hundred thousand stings without a pang
pre-chewed, sweet chunks: the mouldered
treasures from the honey garden;
quiet and grim he is, a bee smith,
and he fits the armour of his bees
with simple, lasting sugared water:
they bring him profits in wax and honey
– white and unbruised wax in jars,
diluted honey for the glasses –
and fence in the garden with their black
shock troops against the fear-shrunk fields
where it’s gone quiet, deathly quiet;
unimaginable without the soft buzzing
of a constant and sublime homage.

Translation: Willem Groenewegen