Jan-Willem Anker
Zolang ik ga
Zolang ik ga
Zolang ik ga ontloop ik mijn val
stroop ik de staatsgrenzen af
herinnert mijn schaduw aan mij
zoals lucht aan wind herinnert.
Zolang ik leef ontsta ik buiten mij om
is de wereld van mij vergeven
als geruchten rond de evenaar
zee die onontdekte vissen huist.
Zolang ik denk ontvlucht ik mezelf
gaat een veld in zijn vlakte op
verscheept de nacht het donker
achter gebouwen voor de horizon.
Waar ik aankwam kende ik de weg
geen landschap waarin ik achterbleef
geen stad die om mijn treden maalde
geen mens die ooit zijn post verliet.
Zoals de maan voor de zon schuift
heb ik mijn dromen verduisterd.
Ik volg het geluid van trekvogels
in de mist die langs mijn slapen glijdt.