Reinout Verbeke
[In tijden van nog nooit tijd]
[In tijden van nog nooit tijd]
In tijden van nog nooit tijd
nog nooit ooit
nooit nog
wou het woord beginnen
Het ademde diep in terwijl het
een vorm bedacht:
waterstofdioxide, platentektoniek
mechaniekloos, pantoffeldier
avant-la-lettre
avant-la-lettre
Maar bij gebrek aan onderwerp
bedacht het woord zich
net op tijd
Het wachtte
een dag of zes
tot de dingen er waren, tijd
en strijd om de dingen
Zo zat het woord toevallig
op de tong van een chimpansee
die bronstig naar een wijfje staarde
Speeksel deed het woord bruisen
als aspirien, aap slikte van schrik
Het woord had een bloedbaan gevonden
en zou nooit meer uit de aap gaan
dan als opgewarmde lucht