Alfred Schaffer
De stemming is geheim
De stemming is geheim
Je bent nog warm. Ieder etmaal raakt je adem hoger in de keel.
De jongens vinden dit natuurlijk prachtig, zoiets hadden ze
nog nooit gezien. Buiten hangen meeuwen boven de grote vaart,
koud gekrijs, een wolkenlucht om u tegen te zeggen. Zegen ons.
Kunnen we met jou wel uit de voeten? Je zegt niet: ik ben moe,
ik breek records, de dekens kriebelen. Je ademt en je ademt maar,
de vooruitgang in praktijk. Dan wees je iemand aan en zei: ‘En
dát ben ik.’ Schuifelde wat dichterbij, riep ‘boe’ zo hard je kon,
wat heb je overhoop gehaald. Omarm de illegaliteit, niemand
kent je hier, een vreemdeling die zeker is verdwaald. Dat je niets
nodig had is wel gebleken. Geen leugens, je slaapt tot je een ons
zult wegen – begon dit jaargetijde toch nog ergens op te lijken.