Jan-Willem Anker
Blauw dat zilver knipoogt
Blauw dat zilver knipoogt
Krekels zenden elektrisch gezoem
uit de bomen, vuilcontainers
puilen, zwerfkatten, mierenhoop.
Hoogspanningsmasten torenen uit
boven braakland en bungalows
agaven langs de weg gegroepeerd.
Later ben ik aan zee, blauw dat
zilver knipoogt, gebronst bootje
wolken trekken naar de horizon.
Mannen scheppen wier in een kar
water maakt vlechten in het zand
zout op de lijven van badgasten.
In de schemer vlokt het schuim
zee stuift op, stofwolk in licht
dat steeds naar achteren schuift.
De avond valt in dromen uiteen
kwallen spoelen voor mijn voeten
schrikbeelden van vloeibaar glas.
Wanneer het donker bovendrijft
vlamt de zon na in mijn lichaam
breken golven op het lege strand.